maandag 30 december 2019

Mopperig!


Op de drempel van 2020 blader ik nog maar eens door mijn geheugen. Wat is mij het meest bijgebleven dit jaar? Dat zijn toch echt door jonge mensen georganiseerde klimaatmarsen. Spijbelen om aandacht te vragen voor het klimaat dat in zwaar weer verkeert. Dat vond ik het heel indrukwekkend. Of hun stem gehoord wordt is nog een beetje ongewis. Plannen om de koorts van onze aardbol te verlagen tot een aanvaardbare temperatuur zijn er volop, maar hoe gaan we dat doen? Het mooie is wel dat er aan de basis kleinschalige ideeën ontstaan om de oververhitte aarde aan te pakken. 


Wat klimaatplannen gaan betekenen voor onze portemonnee?  Dat weet ik ook niet precies. Wat ik wel weet is dat de zon gratis is. Alleen die zon zorgt er wel voor dat het nogal warm kan worden, veertig graden is geen uitzondering meer. Dat hebben we dit jaar wel ondervonden. En dat is voor veel ouderen niet zo best. Nu ben ik ook niet meer de jongste, dus ik weet hoe dat hete weer voelt. Niet echt behaaglijk kan ik zeggen! Toch zeggen, tot mijn verbazing, veel ouderen dat het wel niet zo vaart zal lopen. Ze memoreren het liefst aan de ijstijden, toen viel het ook allemaal mee. Zo zijn er dus mensen die straf volhouden dat er niks aan de hand is. 


Ook politicus Thierry Baudet zegt dat er niks aan de hand is. Het is een linkse geldverslindende hobby. Nu kan ik links absoluut niet rijmen met de klimaatproblemen. Maar ik ga niet mopperen op hem, want het sop is de kool niet waard. Over mopperen gesproken. Ik vind wel dat er dit jaar veel is gemopperd. Soms kreeg ik het gevoel dat er niets meer deugde in ons land. Heel vreemd eigenlijk, want economisch gezien zijn het hoogtij dagen. ‘Men vraagt, wij draaien’, zo lijkt het wel.  Overal worden miljoeneneuro’s in gepompt om het schuldgevoel van de economische crisis, die in 2008 begon, uit te wissen. Er is toen door het politieke etablissement rücksichtsloos bezuinigd op primaire zaken zoals onderwijs, cultuur, zorg en veiligheid.


Hoe luidt het spreekwoord ook alweer? Juist, niet verder kijken dan je neus lang is. Nu betalen we hiervoor het gelag. Het geld is er nu, maar dat vind ik een pleister op de wonde. Mentaal en fysiek is er, gelet op de protesten, veel naar de klote gegaan Toch geven we onszelf een hoog gelukscijfer. Ook dat kan ik niet rijmen. Houden we onszelf voor de gek? Om me heen zie ik dat de ontevredenheid best hoog is, mensen snel geïrriteerd raken en mopperig zijn. Misschien wordt er wel onvoldoende geïnvesteerd in ons welzijn! Er wordt nog altijd in geld gedacht, want geld lost alles op. Denken we. En dat moet Eva Jinek ook gedacht hebben. Met het smoesje: ik ben toe aan een nieuwe uitdaging stapte ze voor het grote geld over naar RTL. Ik vrees dat we het nooit leren, maar ik blijf duimen!  Of kom ik nu mopperig over?

donderdag 28 november 2019

Zachtmoedige stad


‘Durf je nog wel op straat te komen nu je een bekende Bosschenaar bent geworden’? zei de kaasboer lachend. Intussen sneed hij voor mij een pond extra belegen 30+ kaas af. Het is een wekelijks terugkerend ritueel: een pond kaas halen op de Markt bij mijn kaasboer en even beppen over de stand van onze stad. ‘Je hebt trouwens niets over het TadP gezegd’. Ach, daar heb ik al zoveel over geschreven. ‘Ja, dat weet ik. Maar het is nu wel weer hot nieuws nu de Kaaihal niet door gaat, toch’? Ja, dat wel. Maar ik heb er altijd weinig fiducie in gehad. Toen wethouder Mike van der Geld begin dit jaar zijn cultuurrede uitsprak in de VF proefde ik al weinig enthousiasme hiervoor. 


Volgens mij komt er helemaal geen nieuw modern theater. Dat is onhaalbaar omdat de Parade in zijn oudheid wordt aangetast en dat kan niet in de ogen van hen die nog steeds iets in de pap te brokkelen hebben. En laten we eerlijk zijn: de verantwoordelijk wethouder Huib van Olden is nou ook bepaald geen moderne man. Hij past prima in de Bossche, met eiken meubelen ingerichte, woonkamer. Huib zal dan ook wel blij zijn met de uitkomst van het Steden en Merkenonderzoek door bureau Hendrik Beerda Brand Consultancy. De Bossche inwoners vinden onze stad de meest sympathieke en zachtmoedige stad van ons land. 


Dat is toch wel bijzonder. Er wordt wel een beetje gemopperd over het gedoe met het theater. Maar ach, dat weegt niet op tegen de zachtmoedigheid van onze stad. We zijn kennelijk niet geneigd tot heftigheid, we schikken ons gemakkelijk. Kortom, we willen de ander geen kwaad berokkenen! Het klinkt haast bijbels, maar we zijn immers ook de stad van de Sint Jan. En dat klopt helemaal. Laten we dus voortaan zeggen: De stad van de Sint Jan -zeker nu Ton Rombouts voorzitter is geworden van stichting Sint Jan Nationaal Monument- en niet meer cultuurstad van het zuiden. Dat verdienen we niet meer door al dat politieke gedoe over de eeuwigdurende theaterplannen. 


‘Maar waarom denk jij dat er geen nieuw theater komt?, vroeg hij nieuwsgierig. Nou, we hebben een heel slimme en natuurlijk ook trotse Bosschenaar en dat is Jeroen Dona. Hij is de baas van de Brabanthallen en heeft onlangs zijn Mainstagehal geopend. En weet je wat hij zegt: ‘het leven is een feestje, je moet alleen zelf de slingers ophangen! En dat doen wij. We hangen ze op in alle kleuren en maten, voor wie er ook komt en het podium krijgt. We passen ons aan’. Daar kunnen ze nog heel wat van leren in het Stadhuis! Dus eigenlijk hebben we al een nieuw theater, alleen weten ze dat nog niet in het Stadhuis. Ik denk dat Claudia de Breij, na volgend jaar, niet meer naar een zaal hoeft te zoeken in onze zachtmoedige stad. Tot volgende week maar weer, kaasboer!


maandag 18 november 2019

Je weet niet wat het is!


Laatst was ik in de VF bij een theatervoorstelling van Jeroen van Merwijk. Zijn voorstelling heet ‘Was volgend jaar maar vast voorbij’. Het is een oudejaarsconference in liedvorm. Taalmeester Jeroen vroeg zijn publiek – nu uit het niets stikstof en pfas de probleemranglijst aanvoeren en het meteen de grootste crisis is in de loopbaan van Mark Rutte - of we de zure regen en het gat in de ozonlaag nog konden herinneren. Was ook zo’n probleem, maar je hoort er niets meer over, zei hij. Jeroen pakte zijn gitaar en zong vervolgens: ‘Weet je wat het is, weet je wat het is, je weet niet wat het is’. De zaal zong – wel op zijn verzoek – spontaan mee. Want zo is het ook zo langzamerhand: je weet niet meer wat het is.


Zondagmorgen. De lucht was blauw, het herfstzonnetje scheen volop en keek mij uitnodigend aan. Kom, laat ik nu een wandeling maken, want in de loop van de middag zou de bewolking gaan overheersen en misschien zou het wel gaan regenen. Dat voorspelde de weerkenner in het nieuws van 11.00 uur. De bewolking begon al tijdens mijn wandeling, figuurlijk gesproken dan. Bij de Wilhelminabrug zag ik politie te paard, politiebusjes en veel agenten op straat. Wat is hier te doen?, vroeg ik aan een jongeman achter een dranghek. De boot van Sint en zijn Pieten is in aantocht. Aha, dat zullen de kinderen wel fijn, maar ook spannend vinden. Dat laatste zal ook de politie vinden, zei de jongeman gevat. Ja, sinterklaas is verworden tot een jammerlijk terugkerend feest van voor- en tegenstanders. De kinderlol van: ‘hoort wie klopt daar kinderen?’ is naar de klote. Want wie er nu op de deur kloppen zijn boze mannen en vrouwen. Weet je wat het is? Je weet niet meer wat het is.


Diezelfde middag werd in het Bossche stadion de voetbalwedstrijd tussen FC Den Bosch en Excelsior stilgelegd, nadat supporters van onze kwakkelende voetbalclub racistische leuzen uitkraamden tegen Mendes Moreira van Excelsior. Eerst dacht het bestuur van de FC dat het kraaiengeluiden waren. Nu heb ik een kraai nog nooit kutzwarte, kutneger of Zwarte Piet horen kraaien. Jij wel? Mendes Moreira was een zielig mannetje, volgens de trainer van de FC Den Bosch. Niet Mendes Moreira is een zielig mannetje, maar de complete staf van de FC zijn hele zielige mannetjes. De voorzitter hoopte natuurlijk dat het met een sisser zou aflopen. Zijn excuses en de beloofde aanpak van het racisme op de M-side verandert er in mijn ogen niet door. 


Intussen begrijp ik steeds minder van wat er aan de hand is in ons land. Bijna alles en iedereen lijkt op til te slaan, de ene manifestatie volgt de andere op. De chaos lijkt alleen maar groter te worden. Veel mensen zijn boos, ondanks dat het geld tegen de plinten klotst. Ik weet ook wel dat het vaak tegen de verkeerde plinten klotst, dat moet ook anders. Maar dat is het niet alleen, het ongenoegen zit dieper. Jeroen van Merwijk heeft gelijk: ‘weet je wat is het is? Je weet niet wat het is!

maandag 4 november 2019

De P.W. Hoofsstraat


Volgende week maandag is het de elfde van de elfde. Op zich is dat niet zo bijzonder, maar wel voor de Bosschenaren. Maandag beginnen weer de 106 dolle dagen, dan staat het roodwitgeel weer centraal in onze stad. Den Bosch heet dan tot Aswoensdag volgend jaar gewoon weer Oeteldonk. Eigenlijk zijn we dé carnavalsstad van Brabant. En dat past toch mooi in ons rijtje van de cultuurstad, datastad, gezelligste stad en meest gastvrije stad. O ja, we zijn ook de mooiste stad van ons land. Niet dat ik dat ik daar zelf ooit was opgekomen!


Nee, ik las dat onlangs op twitter. Een twitterend ‘BosscheBekske’ maakte zich nogal boos over een gebakskraam die tijdelijk op het stationsplein staat en twitterde: ‘wie heeft het in zijn hoofd gehaald om dit een goed idee te vinden? De lelijkste gebakkraam ooit precies op de plaats waar je de mooiste stad van het land binnen komt’. Nou, nou, wat hebben we weer een grote bek! En voor BosscheBekske: ik denk dat de eigenaar van de gebakkraam dit wel een goed idee vindt. Oliebollen verkopen vlakbij het station waar veel mensen voorbijkomen is heel slim bedacht. Dat maakt Den Bosch nog mooier!


De lelijke gebakkraam was voor BD-verslaggever Bart Gotink van Stadsgezicht DB aanleiding om hierover een poll uit te schrijven. Je kunt je maar ergens mee bezighouden, dacht ik. Interessanter zou het zijn om te hebben over het lef om onze stad dé stad van letterlijk alles te vinden? Want dat lees ik vaak in de Bossche media. Goed, dat terzijde. Ik kan me wel vinden in: ‘Den Bosch is de carnavalsstad van Brabant’. Dat past ons wel. Zeker nu elf elf nakende is komen veel Bosschenaren in de roodwitgele stemming en verlangen ze dorstig naar maandagmorgen elf over elf. 


Ook bij feestzaak Hoofs is het al even hoogseizoen. Ik zie nogal wat mensen lopen met de bekende paarse plastic Hoofs feestzakken. Kennelijk is het milieubesef bij Hoofs nog niet ingedaald. Dat mag natuurlijk de carnavals voorpret niet drukken. Trouwens de feestzaak Hoofs dijt alsmaar uit. De saxofoonzaak is amper uitgetoeterd en hup Hoofs heeft al bezitgenomen van deze winkel. Nog even en we kunnen de Vughterstraat omdopen in de P.W. Hoofsstraat, want er staan nog meer panden leeg in de Vughterstraat. Dat zou wel mooi zijn. Om eens wat te noemen: Amsterdam heeft zijn PC Hooftstraat, maar wij hebben misschien binnenkort wel de PW Hoofsstraat! Dan zijn we echt de mooiste stad, toch?

dinsdag 29 oktober 2019

Hoe voelt dat?



Zo, de speciaal ontworpen Bossche vrijheidsvlag kan naar het historisch archief van de gemeente. Deze vlag heeft mede symbool gestaan voor 75 jaar vrijheid en wapperde afgelopen week fier aan de voorgevel van het Stadhuis. Ik moet eerlijk bekennen dat ik weinig heb meegekregen van de viering van 75 jaar vrijheid in het Bossche. Het bevrijdingsprogramma is aan mijn neus voorbijgegaan.  Ik las in het BD dat zondag de Welshmen bevrijders op de Parade muzikaal werden uitgezwaaid. Je raadt het al: ook daar was ik niet bij. Toch zou ik wel een soort van verbinding moeten voelen met de bevrijders van de Duitse overheersing, want zij zijn onlosmakelijk verbonden met de dag van mijn geboorte.


Hoe zit dat dan? Ik vierde mijn eigen bevrijdingsfeestje. Dat kwam omdat op 27 oktober 1944 de weeën van mijn moeder alsmaar heviger werden. Gelukkig werd mijn moeder in het toenmalige Carolus ziekenhuis bevrijd van haar weeën en zag ik het daglicht op deze memorabele bevrijdingsdag. Nou ja, het daglicht. In de kelder van het ziekenhuis was geen daglicht te bekennen. Later hoorde ik als kind van mijn ouders dat het een barre tijd was met ook weinig eten. Mijn ome Jan is mijn redderende engel geweest. Hij werkte bij Koudijs veevoederbedrijf en kon ongezien meel naar buiten smokkelen, dat heeft mij springlevend gehouden. Soms vermoed ik dat mijn oom nog steeds het engeltje op mijn schouder is. 


Zondagmorgen werd ik gebeld door Omroep Brabant. Ik was op dat moment net aan het nagenieten van een weekje Berlijn, de onmetelijk uitgestrekte stad waar de herinneringen aan die verschrikkelijke tweede wereldoorlog nog voelbaar zijn. Maar Berlijn is ook een stad die een enorme metamorfose aan het ondergaan is. Er wordt volop gebouwd en gerestaureerd. Ik heb niets gehoord over een stikstofprobleem! De moderne architectuur van kantoorgebouwen en woonwijken doet je de beschadiging, de littekens haast vergeten. Maar dat is schijn, want nog altijd doemt overal de muur of resten daarvan op. Dat deed mij herinneren aan dertig jaar terug toen ik met kerstmis in Berlijn was. Toen viel namelijk de muur en werd West- met Oost-Berlijn herenigd. Ik zag gelukkige mensen en dacht: zo voelt dus bevrijding.


En nu was ik weer in Berlijn. Vlak achter de Brandenburger Tor is ‘Unter der Linden’. Ik wandelde daar met in mijn hoofd het liedje van Harrie Jekkers: ‘Over de muur’. De muur en Berlijn zijn als een symbiose. Stukken van de muur zijn tot kunstwerken verheven. De 1316 meterlange East Side Gallery aan de Spree is daar een uniek voorbeeld van, terwijl de vogels nietsvermoedend van west naar oost en omgekeerd vliegen. De presentator van een radio ochtendprogramma haalde me uit mijn Berlijnse mijmeringen. Vindt u het leuk om zo meteen in de uitzending te komen, want u bent op deze bijzondere Bevrijdingsdag 75 jaar geworden? Ik wil graag van u weten hoe dat voelt! Ik was even beduusd, maar zei ja. Hoe voelt dat, dacht ik? Ik moest meteen denken aan 1989 toen de muur viel en ik al die gelukkige mensen zag!

donderdag 26 september 2019

Vroem!


Als ik ’s morgens mijn ogen opendoe heb ik even nodig om echt wakker te worden. Ik sta niet meteen op. In mijn kacheltje moet ik denkbeeldig eerst aanmaakblokjes doen. Daarna ga ik op de bedrand zitten en sta ik rustig op. Dat als een hazewind opstaan ligt al een poos achter me. Mijn eerste gang is naar het nespresso apparaat. L’Or cupnummer 10 erin en vroem doet het apparaat. Even later is mijn koffiekopje gevuld met heerlijk koffie. Die drug is het startschot voor mij om vroem de dag in te gaan.  Afgelopen zondagmorgen hoorde ik onze minister Bruins van sport zeggen - hij is ook minister van volksgezondheid, maar daar merk ik niet zoveel van – dat hij vurig hoopt dat Formule 1 race in Zandvoort volgend jaar doorgaat. ‘Het zou fantastisch zijn als we vroem horen op 3 mei volgend jaar’. Zo niet, dan zorgt hij wel dat het doorgaat. WNL-presentator Rick Nieman rekent op de minister!


Minister Bruins houdt ook van vroem net als ik, maar dan anders. Ik ga niet racen. Het maakt hem kennelijk niet uit dat we een serieus stikstofprobleem hebben. Nee, de race moet worden gereden, want dat kunnen we onze Max Verstappen niet aan doen. Dus gewoon vroem. Nu snap ik ook waar de twee V’s voorstaan bij de VVD. Voor vroem, vroem. De D zal dan wel voor Doen staan. VVD betekent gewoon VroemVroemDoen. Het kan maar duidelijk zijn. Minister Bruins zei ook in het WNL-programma dat heel Nederland uitkijkt naar de Formule 1 race. 


Dat zijn grote manipulatieve woorden, want dat is natuurlijk dikke onzin. Ik kijk helemaal niet uit naar dat geldverslindende vroemcircus in Zandvoort en ik zal niet de enige zijn. In het advies van Johan Remkes, ook VVD’er, staat juist dat we minder hard moeten gaan rijden om het stikstofprobleem te verminderen. Het advies heeft de titel: ‘We kunnen niet alles’. Dat moet minister Bruins maar eens goed in zijn oren knopen.  Want zijn idool Max Verstappen rijdt met gemak met zijn bolide 300 km op het rechte stuk.


Net als minister Bruins was de gemeente Zandvoort ook meteen enthousiast. Toegegeven, Zandvoort is tegenwoordig best wel saai. Maar misschien hebben ze toch een te grote broek aangetrokken, want het gemeentebestuur kampt met budgetproblemen omdat het organiseren van F1 allemaal veel duurder gaat worden dan begroot. Kortom, de begroting staat nu al onder spanning. Er is vier miljoen vroemgeld begroot. Dat is veel, maar niet genoeg. Immers het spoor naar Zandvoort moet worden aangepast om meer treinen te laten rijden en er moet ook een duurbetaalde lobbyist worden aangesteld. Dat laatste lijkt me niet nodig, want in Den Haag zit vroemminister Bruins. Hij zal het vast gratis doen. Onze minister heeft in WNL op zondag namelijk beloofd dat de race doorgaat. Vroem!


vrijdag 16 augustus 2019

Praten, luisteren!




Onze burgemeester gaat op zoek naar de gewone Bosschenaar om te praten over de toekomst van de stad. Dat vertelde hij op het groene dakterras van de parkeergarage in de binnenstad tegen een journalist van het BD. Tsja, wat moet ik daarvan zeggen! Eerlijk gezegd vind ik het een goede smoes om niet zelf met een visie te komen. Ik weet nog dat het kabinet Balkenende 100 dagen uittrok om in dialoog te gaan met de samenleving. Guusje ter Horst ging als minister van Binnenlandse Zaken naar Groningen om te gaan praten over de veiligheid. Nu twaalf jaar later is Groningen haast een rampgebied door al die aardbevingen. Zoals zo vaak is het economisch belang groter dan het welzijn van mensen. Immers dat praten heeft destijds niet bijgedragen tot een veiliger Groningen anno 2019. Dus ik geloof niet in zo’n aanpak om in gesprek te gaan met de ‘gewone’ man of vrouw. Het leidt vaak tot nog minder vertrouwen in de politiek omdat beloftes meestal niet worden ingelost. Daar komt bij dat de meeste Bosschenaren tevreden zijn met onze stad. Ook ik. We hebben het theaterfestival de Boulevard, het museum, de VF, de kermis, carnaval, leuke kroegen en eettentjes, wijkpleinen waar mensen met allerlei vragen terecht kunnen en ga zo maar door. Ik bedoel maar. Voor elk wat wils dus.




Toch wil onze burgemeester de komende tijd in gesprek gaan met de gewone Bosschenaar. ‘We willen geen keurslijf waarin alles vastgelegd is, maar willen dromen en passies horen. Op verjaardagspartijtjes heeft iedereen een mening, nou laat maar horen ook dan’, zegt Mikkers. Om op dat laatste in te haken: misschien is het iets dat onze burgemeester iedere week een soort van verjaardagsfeestje organiseert op het groene dakterras van parkeergarage de Wolvenhoek. Hij moet dan wel steeds andere Bosschenaren uitnodigen én niet die in een of andere belangenvereniging hun mondje al roeren. Weet je, onder het genot van een of meerdere biertjes of wijntjes worden mensen meestal loslippiger en durven ze wellicht ook hun dromen uit te spreken. Dat schept vast een band. Zo wordt het vertrouwen in de politiek misschien weer groter. Grapje! Aan het luisteren en praten zal het niet liggen, da's niet zo moeilijk. Nee, het gaat om het nakomen van beloftes. En dat is (heel) lastig, want ambtenaren in het Stadhuis hebben zo hun eigen ideeën over hoe het verder moet met onze stad. Ergens in een gemeentelade liggen sinds 2014 al vier rapporten van externe deskundigen die een kritische blik op de toekomst van onze stad uitventen. Het papier is vergeeld en de stof dwarrelt ervan af. Kortom, het idee van onze burgemeester is leuk bedoeld, maar het is oude wijn in nieuwe zakken. En oude wijn smaakt niet naar méér! 









maandag 5 augustus 2019

You are here



Het Boulevardtheaterfestival is paar dagen onderweg. Het is voor mij altijd weer een cultuurfeest, ofschoon ik, terwijl ik dit schrijf, pas twee voorstellingen heb gezien. Twee heel verschillende voorstellingen, dat wel. Donderdagavond was in het TadP de openingsvoorstelling ‘De Living’ van NTGent. Ik had er zin in. De charmante festivaldirecteur Viktorien had er zo te horen in haar openingswoord ook heel veel zin. Ik ben blij met haar als directeur. Ze sprak woorden die ertoe doen. Ze verlangt naar een nieuw theater, een 24 uurs open (ontmoetings)theater.

In de Talkshow in de Keulse Kar op vrijdagavond beloofde burgemeester Mikkers plechtig dat er binnen vier jaar een nieuw theater zal staan op de Parade, maar dat gelooft bijna niemand meer. Ook Viktorien ziet donkere wolken samenpakken boven de Parade. ‘Ik vrees dat we volgend jaar weer hier staan en ik ben bang dat we over een paar jaar het zonder theater zullen moeten doen. Ik moet er niet aan denken. Het zou het einde van het festival Boulevard betekenen. Dat is verschrikkelijk voor het culturele klimaat van stad’.

Tsja, en met een burgemeester die nogal van het levenslied houdt is dat niet ondenkbaar. Dus omarm ik deze week ‘You are here’, het motto van het theaterfestival dit jaar. Het gaat immers om het genieten van het moment en niet om het somberen over wat er of niet komen gaat. Ik geniet van al die jonge theatermakers op het festivalplein en die te gast zijn in de Talkshow in de Keulse Kar. Ze hebben mij wat te vertellen over wat hun beweegt om een voorstelling te maken en te spelen. Het ontroert me.

Op zondagavond ben ik naar Dichtbij Matki geweest, een afstudeervoorstelling van Monika Kowalewski. Ik ken Monika redelijk goed, maar ik kende niet haar verleden. Monika is tegen haar zin op jonge leeftijd met haar moeder van Polen naar Nederland verhuisd. Haar moeder was verliefd op een Nederlandse man die van alles beloofde. En wat doe je dan als moeder? Wat weegt zwaarder? Je dochter of de liefde? Maar hoe probeer je je jonge leven in te vullen in een land met een andere cultuur? Na afloop feliciteerde ik Monika met haar prachtige voorstelling. Ik raakte ontroerd en wist niet zo goed de woorden te vinden die ik haar wilde zeggen.

Terug naar donderdagavond, naar het TadP. Op de geïmproviseerde tribune was ik in afwachting van het begin van de openingsvoorstelling. Ik zwaaide naar mensen die ik kende. Het decor zag er veelbelovend uit. Twee gescheiden woonkamers die identiek waren. Aan tafel zat een jonge Afrikaanse vrouw. Ze zei niets, ze zou de hele voorstelling niets zeggen. Ook haar tweelingzus die later opkwam zei niets. Hun handelingen liepen haast synchroon. De een wilde dood en ging ook dood. De ander wilde door met het leven en deed dat ook. Ik vond het tergend langzaam gaan. Het sprak niet tot mijn verbeelding en dat was volgens mij wel de bedoeling van de regisseur. Hij omarmde wellicht – net als ik - ‘You are here’, maar dan anders. En dat is het mooie van het theaterfestival!

donderdag 4 juli 2019

Lintje voor Marianne



Marianne van der Sloot was een aantal jaren CDA-raadslid in de Bossche Raad en het laatste jaar de fractievoorzitter van deze partij. Nu is ze vertrokken naar Provinciale Staten. Marianne is – denk ik – heel ambitieus. Voor haar rol als raadslid heeft onze burgemeester haar een koninklijke onderscheiding opgespeld oftewel een lintje. Geen gemakkelijke klus, want je moet bij het opspelden zo vlak boven de rechterborst wel lichaamscontact zien te vermijden. Voor je het weet heb een MeToo- proces aan je broek hangen.

 Maar waarom heeft Marianne van der Sloot een lintje gekregen? Kennelijk heeft Marianne zich als raadslid bijzonder verdienstelijk gemaakt voor de (Bossche) samenleving, althans volgens mensen in het Stadhuis. Vind ik dat overdreven? Ja, dat vind ik heel overdreven en nogal lastig uit te leggen. Immers, mag je van een raadslid niet verwachten dat hij/zij zich juist bijzonder inzet voor de Bossche samenleving? Daarom word je toch raadslid, zou ik zeggen! Alhoewel, er zijn ook raadsleden die een hobby hebben gemaakt van hun raadswerk of hun eigen ego boeiender vinden!

Wellicht heeft Marianne is bijzonder verdienstelijk bezig geweest, ofschoon mij dat nooit is opgevallen. Raadsleden om haar heen wel. De burgemeester roemde de inzet van Marianne voor de zwakkeren in de samenleving met name haar inzet op thema's als armoede en eenzaamheid. Nou ken ik best wel mensen die zich met al hun vezels inzetten voor de zwakkeren in onze Bossche samenleving. Die mensen hoor je niet, maar staan ook niet op een podium zoals Marianne van der Sloot. Nee, die doen dat gewoon vanuit een persoonlijk motief, uit liefde voor de medemens. Ik hoor hen zeggen: ‘ik ben er voor de ander, klaar’!

In haar afscheidswoord zei Marianne dat ze het raadswerk vooral mooi vond om te doen. Mooi! Dat is volgens mij niet hetzelfde als bijzonder verdienstelijk! O ja, ze had ook nog een advies. ‘Wees trots op de stad, maak maximaal gebruik van het Provinciehuis en maak Den Bosch weer groot’. Politieker kan het niet, maar het past wel binnen haar ambities. Marianne gaat de komende jaren door het leven als gedeputeerde, niet te verwarren met gedupeerde (dat zijn namelijk de zwakkeren in onze samenleving). Marianne heeft de portefeuille: 'samenleving, cultuur en erfgoed'. In die rol zal Marianne zich onder meer inzetten voor de leefbaarheid op vooral het Brabantse platteland. Als gedeputeerde gaat zij - met voorop in de pas lopende ganzen en een blikken harmonieorkest -  Brabantse dorpen bezoeken om met bewoners ‘dorpendeals’ te realiseren. Wat dat precies inhoudt weet ik niet, maar het klinkt best spannend. Een prettige bijkomstigheid voor Marianne: ze hoeft niet meer zo haar stinkende best te doen, want er hangt al een lintje van verdienste op haar kanariegele jurk!

vrijdag 21 juni 2019

Opschudden!



‘Schrijf je nog wel? Het is de laatste tijd stil op jouw Pardoes. Er gebeurt toch genoeg in de cultuurstad van het Zuiden, zou ik zo denken’? Jan nam een slok van zijn biertje en wachtte op wat ik zou gaan zeggen. Jan daagt graag uit. Ik ken hem al een hele poos. Het is een sympathieke vent met wie ik gezellig een biertje kan drinken en over van alles babbelen. Jan denkt overwegend rechts en ik overwegend links. Desondanks weten we elkaar in politieke kwesties steeds beter vinden. Dat zal wel de leeftijd zijn, vermoed ik. Hoe ouder, hoe milder. Toch verschillen we van elkaar. Jan zegt altijd meteen zegt waar het op staat. En ik? Ik fiets eerst graag een straatje om alvorens mijn mening te verkondigen. Ook nu deed ik dat. Ik keek op mijn gemak rond op het drukke terras. Als ik mijn oren zou spitsen dan zou ik ongetwijfeld genoeg stof tot een column aangereikt krijgen. Er zaten twee vriendinnen vlakbij ons tafeltje. De mooie hoogblonde met fraaie krullippen kwekte constant. Haar eveneens blonde vriendin luisterde quasi geïnteresseerd. Ze had het best druk met haar IPhone. ‘Ik vind mijn vriend niet zo leuk meer, hij luistert de laatste tijd amper naar wat ik zeg’, zei de hoogblonde. Haar vriendin zei: ‘je staat ook 24 uur per dag aan’. Pats, die zat! Dat zou Jan ook gezegd kunnen hebben.

‘Nou komt er nog wat van’, zei Jan. Ik slikte even. Wethouder Huub van Olden heeft mij monddood gemaakt, zei ik aarzelend. Jan: ‘de wethouder heeft je wat’? Je hoort me toch, zei ik enigszins gepikeerd. ‘Heeft hij je hoogstpersoonlijk gebeld om dat mede te delen’? Nee, dat niet. Hij heeft een hoge ambtenaar laten bellen. ‘Wat een lafaard, wat een lapzwanskever’, zei Jan. Nou ja zeg, hoe raad je het! Lapzwanskever. Dat woord heb ik in een van mijn columns gebruikt toen ik wat had geschreven over het slappe gedoe bij B&W rond de Kaaihal hier bij de VF. En met lapzwanskevers bedoelde ik alle B&W-leden en dat pikte Huib niet. Hij had wel eerst zijn maatje wethouder Jan Hoskam gebeld voor advies, maar die had thuis de telefoon niet gehoord omdat John de Bever in een café nogal luid uit de speaker knalde. En laat John de Bever nou niet de favoriete zanger zijn van wethouder Hoskam. Jan: ‘wat een stelletjes muppets zijn het toch. Weet je wat de heren bestuurders nodig hebben’? Vertel het eens, beste Jan? ‘Een Thierry Baudet’. Die zou de boel weleens opschudden in de Bossche Raadszaal, dat heeft hij in Den Haag ook gedaan. Je hebt me een mooie dienst bewezen Jan, want je hebt mij ook opgeschud! Nog een biertje?

vrijdag 17 mei 2019

lapsnuitkever



In verschillende straten in onze stad zijn lapsnuitkevers gesignaleerd. Lapsnuitkevers? Ik had er nog nooit van gehoord. Het schijnt een ware plaag te zijn. De lapsnuitkever is een klein zwart/bruin torretje en ziet eruit als een eng beestje. De lapsnuitkever heeft de grootte van een nagel. De gemeente onderneemt al actie om de lapsnuitkevers te vernietigen. Maar niets zeggen tegen Animal Rights, want anders krijg je Boxtelse toestanden.  Wat voor schade richt een lapsnuitkever allemaal aan?  Ze eten aan de planten in de tuin. Het zijn dus vegetarische deugnieten. Overdag gaan ze ondergronds om met elkaar te overleggen over de te nemen nachtelijke acties.

Ik vraag me af of dit plantaardige kevertje zich - figuurlijk gesproken - misschien ook in het Stadhuis ophoudt? Waarom zouden er dergelijke kevertjes op het Stadhuis rondlopen zul je wellicht denken. Dat is niet zo moeilijk, vind ik. De lapsnuitkever is overdag onzichtbaar en laat ik dat nou ook vinden van onze huidige bestuurders. Ik hoor ze amper. En als ik ze hoor dan is het allemaal nogal tobberig, zeker als het over de portefeuille ‘cultuur’ gaat. Er loopt inmiddels een kort geding tegen het gekozen theaterplan van architectenbureau NOAHH. Vier andere architectenbureaus zijn het niet eens met de (rommelige) werkwijze van wethouder van Olden en vinden dat de ontwerpprocedure opnieuw moet. Winnen de vier bureaus het kort geding dan gaat dat heel veel geld kosten en is een nieuw theater nog verder weg. En zo gaat het plan voor een tijdelijk ‘Kaaihal’ theater aan de tramkade niet door. De financiële risico’s zijn te groot, vindt B&W. Wat een treurnis, wat een amateuristische podiumkunst!

 Als ik de initiatiefnemers mag geloven zijn er echter geen financiële risico’s. Nu heb ik weleens gehoord dat de wethouders Van Olden en Hoskam niet zo gecharmeerd zijn van Jan van der Putten, directeur van de VF. Ofwel, ze lusten hem niet echt. Misschien te taai, te voortvarend en te eigenzinnig? Kennelijk heeft wethouder van cultuur Mike van der Geld niet zoveel in de B&W-pap te brokkelen.  Diezelfde Mike van der Geld heeft een poos geleden in de VF nog een cultuurrede uitgesproken. Niet dat zijn het verhaal cultuurverheffend was, maar Mike zou wel zijn best doen om het Kaaihal theaterplan te omarmen. Het is bij de omarming gebleven, want het mooie plan gaat niet door. En dat komt vast omdat Huib van Olden al zeven kleuren stront schijt vanwege het kort geding dat aanstaande is. Nee, het zijn geen lapsnuitkevers in het Stadhuis, maar wel lapzwanskevers!

donderdag 11 april 2019

Droomstad



‘De stad van’ is een wekelijkse rubriek in het BD. Afgelopen maandag mocht Charelle van Es in de krant haar verhaaltje doen over wat ze vindt van onze stad en hoe trots ze is op de stad. Charelle is een jonge zangeres die, naast het zingen van het levenslied, bij een slagerij in de binnenstad werkt. Je zou haar een soort van ‘schlagers’ vrouw kunnen noemen. Het is dus niet zo raar dat Charelle trots is op het levensliedfestival op de Bossche Markt. Daar is ook niks mis mee! Het levenslied bezingt immers het leven in alle toonaarden waarbij tranen van verdriet of geluk zo af en toe vloeien. Dat hoort bij het leven. Ook in het Bossche, mijn stad.

Ik ben best wel trots op mijn stad, de stad van de lach en de traan. Maar waarop precies ben ik trots? Dat vind ik niet zo simpel te beantwoorden, maar ik denk op onze bourgondische longen én op de VF, het cultuurplein van onze stad! Weinig trots ben ik op onze Stadhuisbeleidsmakers met hun drijfzandvisies. In het BD las ik pas een artikel over een mijmering (droom) over het Zuidwalgebied. Het moet een van de mooiste plekjes van de Bossche binnenstad gaan worden. Het voormalige majestueuze Paleis van Justitie wordt dan het kloppend hart. Dit lijkt mij niet serieus te nemen. Volgens mij hebben de visiemakers op het Stadhuis iets te diep in het glaasje gekeken. Weet je, aan de tap ontstaan vaak de wildste ideeën die – weet ik uit ervaring – meestal niet tot bloei komen. Het is net als bij bloemen, je moet ze wel regelmatig water geven anders verdorren ze.

Ik heb al heel wat visionaire gedachtekronkels voorbij zien komen. Nee, over het TadP wil ik het niet meer hebben, daar moet Charelle van Es bij het komend levensliedfestival maar een levensliedje over gaan zingen. Ik wil het dit keer hebben over de visie op de Zuid Willemsvaart. Dit doodsaaie bootarme kanaal moet een kanaalpark worden. Dit kanaal zo’n 12 kilometer lang moet de komende jaren veranderen in een groene strook van parken. Om met de woorden van de gemeentevisionairs te spreken: ‘hier komen de binnenstad en buitengebieden, natuur en cultuur, wonen en werken, en oud en nieuw samen'. Echte droomwoorden! In het najaar van 2016 werd in de Tramkade de droom door toenmalig wethouder Eric Logister gepresenteerd. 

Inmiddels zijn we een hele poos verder, ruim twee jaar zelfs. Ik hoor het woord Zuidwillemspark nog amper vallen. Alleen op de brug over de Zuid Willemsvaart pronkt deze naam. Ik herinner me nog dat betrokken Bosschenaren hun droom over dit droomproject mochten delen met de gemeente. De dromen staan op de droomstadwebsite van onze stad. In totaal zijn er zeventien dromen ingediend waarvan er één is gerealiseerd. In het bestaande brugwachtershuisje aan de Orthenbrug is een ‘coffee to go tentje’ gekomen, een soort van ontmoetingsplek is in het Zuidwillemspark. Heel apart, want waar is het park? Blijf in het Stadhuis maar lekker dromen van een Zuidwillemspark en een Zuidwal als kloppend hart! 

donderdag 28 maart 2019

Rafelige avond






Wat zijn de ambities van onze stad? Ik weet het eigenlijk wel, maar misschien tovert cultuurwethouder Mike van der Geld wel verrassingen uit zijn hoge hoed. Dus op naar de clubzaal in de VF voor een debat hierover. Ik kon gelukkig nog net een stoel onder mijn billen schuiven, want er waren heel veel clubleden die – net als ik - ook nieuwsgierig waren naar de ambities van de gemeentebestuurders. Naast mij zat een man die weinig spraakzaam was. Zijn linkerbeen rustte geduldig op zijn rechterbeen. Hij had gestreepte sokken aan, vlotte instappers en een spijkerbroek waaraan de rafels hingen. Toen kon ik nog niet bevroeden dat het woord rafel als randverschijnsel vaak voorbij zou komen.


Een rafel kun je bijvoorbeeld zien als garen dat opzettelijk uit een afgewerkte stof wordt gehaald met als doel het opnieuw te gebruiken. Probeer dat vast te onthouden! Een van de debaters zei namelijk: ‘een stad moet rafels durven maken, want daar kun je schuiven en daar kun je innoveren’. Wat hier precies mee wordt bedoeld weet ik nog steeds niet. Ik snap natuurlijk wel dat je dwarsliggers en vernieuwers nodig hebt voor je plannen, anders wordt het weinig verheffend. Nu vind ik dat onze bourgondische stad, na het Jeroen Boschjaar in 2016, nogal oubollig aan het worden is. In zijn column zei Lucas de Waard dat Den Bosch een VVD-stad en sinds kort tevens een FvD-stad is, maar dat het ook de stad is van zijn oma. Bij die woorden moest ik glimlachen.

Ik dacht heel even aan mijn oma die destijds vlakbij het GZG in de Hooge Nieuwstraat woonde waar ook café ’t Pumpke was gevestigd. Hier in het GZG-kwartier worden nu heel dure appartementen en huizen gebouwd. Het GZG-kwartier zou ook wel het VVD-kwartier genoemd kunnen worden. Lucas de Waard had in zijn column dus wel een punt. Voordat de bouw startte waren op het GZG-terrein ook verschillende culturele rafelranden te vinden, maar die zijn door de projectontwikkelaar weggerafeld naar onder andere de Tramkade. 

Maar voor hoe lang? Dat is onduidelijk. De wethouder zei hierover: ‘eind van het jaar komt er kader over hoe wij om denken te gaan met dit gebied. Daar hoort ook cultuur bij. De Tramkade is een hotspot die we koesteren, maar in welke hoedanigheid weten we nog niet’. Dat laatste klonk alsof B&W wacht op een projectontwikkelaar met een grote zakgeld! O ja, het ging over de ambities van onze stad, toch! De hoge hoed bleef op het hoofd van de wethouder. Ambitie heb ik amper gehoord, maar daarvoor was het ook een te rafelige avond!

woensdag 20 maart 2019

Gelukkig zijn




Wij Nederlanders kunnen ons geluk niet op lees ik in de krant. Ik wreef me nog maar een keer in mijn ogen. ’s Morgens kan ik nog weleens na het opstaan wazig zien en dan helpt het wrijven in mijn ogen. Maar het stond er echt: ‘we kunnen ons geluk niet op’. We staan op plaats vijf, alleen de Scandinavische landen waar ’s winters weinig daglicht is, gaan ons voor. Ik weet niet hoe ze geluk meten bij de Verenigde Naties. Ik ben nooit gebeld, laat staan dat ik ooit een vragenlijst heb gezien in mijn mailbox. Ik ben namelijk heel benieuwd naar de vragen in zo’n geluk lijst. Een voor de hand liggende vraag zou kunnen zijn: bent u gelukkig, wanneer bent u gelukkig, hoe vaak voelt u zich gelukkig of wat zorgt ervoor dat u zich gelukkig gaat voelen?

Goed, laat ik doen of de vragenlijst wel heb ontvangen. Ik doe een poging. Op dit moment voel ik me wel lekker, dat kan overigens over een uurtje anders zijn als mijn vrouw thuiskomt en zegt: je zou toch stofzuigen! En dan gisteren, toen werd ik bijna omvergereden door een onbedachtzame fietser die het druk had met het appen op zijn IPhone. Het gebeurde gelukkig niet. Even later bleef ik in het trappengat in mijn appartementengebouw met mijn voet hangen achter een traptrede. Gelukkig had ik de leuning vast, dus ik viel niet. Weer zo’n geluksmomentje! En dan mijn gezondheid: daar gaat het best wel goed mee. Af en toe een pijntje in mijn lijf, maar dat is met een zalfje wel op te lossen. Da’s ook geluk hebben. En dat ik hier ben geboren vind ik ook geluk hebben. Verder hoop ik dat FvD en PVV minder zetels krijgen dan de peilingen voorspellen. Dat zou zeker bijdragen tot mij meer gelukkig voelen. Maar of dat allemaal ook zo wordt bedoeld door de onderzoekers weet ik niet. Ik vind het lastig om hier de vinger achter te krijgen! 
Ik snap wel dat we ons veel beter voelen als mensen in bijvoorbeeld Afrika of in oorlogsgebieden. Daar is geluk helaas heel ongewoon. Toch zie ik in mijn omgeving mensen zich niet zo vaak van geluk vaak op hun dijen kletsen. Nogal eens hoor ik om me heen geklaag over gezondheid, over een niet lekker lopende relatie, over de vervelende altijd beter wetende collega op het werk of over die Haagse politici. Nu las ik laatst dat we een overdreven focus hebben op het negatieve. Kortom, we klagen graag ondanks dat we heel gelukkig zouden zijn. We hebben altijd wel wat te mekkeren, ons land is vergeven van de zogenaamde ervaringsdeskundigen die te pas en te onpas in de media worden opgevoerd. Hoe zou het zijn als we minder gelukkig waren, onze omstandigheden wat minder goed zouden zijn? Zouden we dan minder klagen? Wie het weet mag het zeggen! Op Facebook zei iemand: ‘ik word gelukkig van vrienden, familie, de zon, lammetjes in de wei en een wijntje'. Dat noemen we dus gelukkig zijn!'.

donderdag 14 maart 2019

Thierry Baudet


Volgende week woensdag mag ik weer eens gaan stemmen. Dus heb ik onlangs de stemwijzer geraadpleegd, maar zoals altijd kom ik bij de dezelfde partij uit. Wie mij een beetje kent weet dat ik PvdA stem, in goede en in slechte tijden. Immers de politiek vind ik een soap net als het nog steeds gelijknamige populaire inmiddels overjarige RTL4 Tv-programma. Natuurlijk heb ik weleens vanwege ‘een nieuw geluid’ overspel gepleegd en op een andere partij (D’66) gestemd. Maar niets is wat het lijkt! Want eenmaal op het regeringspluche gaat alles anders, dan wegen beloftes vaak niet meer dan een ons of iets meer. Alleen verdringt een grote groep kiezers deze polderwaarheid in zijn/haar hoofd.  En nu hebben we weer zo’n zogenaamd nieuw geluid in de politieke arena.  Zijn naam: Thierry Baudet! Het kost me moeite om zijn naam op te schrijven, maar ik doe het toch. Baudet is een klimaatdrammer pur sang, maar dan in omgekeerde vorm. Hij is de vleesgeworden CO2 uitstoter.

Baudet is populair, tenminste als je de peilingen serieus neemt. Ik vind het een enge man, een kwal die nogal met zichzelf is ingenomen. Zijn gezicht heeft een valse kleur. Het is bovenal een enorme narcist die alleen maar uit is op eigen roem. Thierry Baudet heeft volgens mij maling aan de kiezer en heeft 1000 watt dedain voor de medemens, zeker voor mensen met een andere afkomst. Bovendien is hij ook denigrerend naar vrouwen. Wat vindt hij van de vrouw?  Een uitspraak van hem: ‘Ik weet wel dat vrouwen het over het algemeen minder excelleren in een heleboel beroepen en minder ambitie hebben. Vaak ook meer interesse hebben in gewoon meer familieachtige dingen enzo’. Nu is volgens mij het overgrote deel van zijn fans ook de blanke man.

Afgelopen zondag ben ik naar de film ‘Werk ohne Autor’ geweest. Eén aanrader overigens! In de film was een scene van een bijeenkomst van hoge Naziofficieren, te weten medisch specialisten. Zij hadden de opdracht om, al voordat de oorlog uitbrak, alle mensen met een lichamelijke of geestelijke afwijking op te sluiten of nog erger tot de dood te veroordelen. Misschien raar, maar ik moest heel even aan Thierry Baudet denken. Ik wil dat toch maar even gezegd hebben. Waarom is Thierry Baudet zo populair in een tijd waar we in ons land – op de Groningers na – niet zoveel te klagen hebben? Een poging: hij valt op door zijn afwijkend gedrag in de Tweede Kamer. Baudet roeptoetert dat de klimaatplannen de burger 1000 miljard gaan kosten. Volgens hem is er niets mis met het klimaat, allemaal verzonnen door die linkse kliek. Hij belooft de burger dat zijn FvD ons land gaat veranderen. Waarin? Een speeltuin voor alleen Nederlanders? Ook wil Baudet als een Sinterklaas met veel geld gaan strooien van onze belastingcenten. Voor bijna iedereen wat lekkers, ofwel een koekje van eigen deeg. Ik snap wel dat zijn aanhang denkt dat ze eindelijk worden gehoord. Door Thierry Baudet? Weinig kans. Hij verwijt de pot dat de ketel zwart ziet!

donderdag 7 februari 2019

Invoelingsvermogen


In de VK las ik dat er 2040 tussen de negen grote steden in ons land om de tien minuten een trein moet rijden. Ik liep het lijstje af van de grote steden, maar Den Bosch stond er niet bij. Vreemd, toch! We zijn de cultuurstad van het Zuiden, tenminste dat beweert wethouder Mike van der Geld, maar ook Jan van der Putten, directeur van de VF. Zelf ben ik hierin wat voorzichtiger, ik vind het nogal grote woorden. Cultuur, wat je er ook onder verstaat, vindt plaats in alle grote steden in het Zuiden van Breda tot Heerlen. Gisteren hield cultuurwethouder Mike van der Geld zijn State of the Arts in de clubzaal van het Bossche cultuurpaleis de Verkadefabriek. De zaal zat vol, maar jongeren waren er amper. Later in zijn toespraak moest de cultuurwethouder toegeven dat jongeren niet zo goed weten wat ze van het culturele leven in onze stad moeten vinden én dat aantal is alleen maar toegenomen. Eerlijk gezegd weet ik ook niet zo goed wat ik ervan moet vinden, ondanks ik een enthousiaste trouwe betalende bezoeker ben van musea, de VF, het TadP en het Boulevardfestival. Cultuur zit in mijn vezels en biedt mij inspiratie, geeft zin aan mijn leven. Dus mijn mening over cultuur is bij voorbaat behoorlijk gekleurd.

De cultuurwethouder opende zijn toespraak met het woord empathie. Hij verwees naar Aristoteles, de Griekse wijsgeer. Het klonk als een saaie academische verhandeling, immers de praktijk vertelt mij dat empathie gewoon staat voor invoelingsvermogen. Onze cultuurwethouder zei dat hij invoelingsvermogen in onze samenleving mist. Dat is waar en niet waar. Maar wat in ieder geval wel waar is dat de Bossche politiek behoorlijk wat invoelingsvermogen ontbeert als het om cultuur gaat. Hun adagium: ‘cultuur is belangrijk, mits het niet te veel kost. Op het podium van de clubzaal zag ik de belichaming hiervan. Ik zag een wethouder staan die zijn ding deed omdat hij toevallig cultuur in zijn portefeuille heeft. Zijn houtkachel wilde maar niet gaan vlammen. Ik proefde geen empathie en passie. Het was vooral een technisch en zielloos verhaal, een opsomming van activiteiten. Op zich niet zo gek want onze cultuurwethouder heeft bedrijfskunde gestudeerd. Gelukkig klonk hij wel een beetje enthousiast over het idee voor een nieuwe Kaaihal, maar niet meer dan dat. Een oud-raadslid zei na afloop van de State of Arts tegen mij: ‘de wethouder kan in zijn functie niet teveel laten blijken dat hij het best een goed plan vindt, want de Raad heeft er ook een stem in’. Jaja, dat ken ik zo langzaamaan wel. Laat ik nou denken dat de cultuurwethouder bij de minste tegenwind in de Raad over de nieuwe Kaaihal– en die is er vooral bij de VVD – onderuitgaat. Ik zie hem niet met de vuist op tafel slaan. De VVD is ook de partij die het maar niks vond wanneer het nieuwe theater zou worden gebouwd in het Paleiskwartier. Zie waar we nu staan! Ik snap wel waarom de snelle trein aan Den Bosch voorbijgaat!



    

woensdag 30 januari 2019

Hoogmoed komt voor de val


Hoogmoed komt voor de val! Dat was het eerste wat ik dacht toen ik hoorde dat onze burgemeester in zijn bovenhuis was gevallen en daarbij zijn bekken heeft gebroken. Hoe gebeurde dat? Mikkers stond op een trapje en is toen gevallen. Misschien wilde Jack op het trapje alvast een speech oefenen over zijn nieuwe troefkaart in het lijstje ‘Den Bosch is dè!’. Staande op het trapje zei Jack: Den Bosch wordt ook dè datastad en pats daar lag hij. Voorlopig staat hij buitenspel.  Nou ja, staat! Het zal wel effe liggen worden in een ziekenhuisbed, want het lijkt een pijnlijke kwestie te zijn. Heel vervelend voor Jack Mikkers, maar op FB las ik dat hij er met carnaval weer hoopt te zijn. Een journalist van het BD reageerde met: zijn er geen belangrijkere zaken? Kennelijk niet, maar dat hoeft ook niet want Jack vindt toch al dat onze stad dè cultuurstad, dè onderwijsstad, dè meest gastvrije stad en natuurlijk de enige echte carnavalsstad van ons land is. En dat laatste smaakt hem vast lekker, want dan hoeft hij drie dagen geen burgemeester te zijn.  

Laatst was ik een weekje op Tenerife om mezelf te laven in de zon. Dat is gelukt, maar de prijs die ik ervoor betaal is minder leuk. Ik hoest me al een week suf, het klinkt als een motor die maar niet wil starten. Volgend jaar ga ik gewoon een poosje langer heb ik besloten. Maar wat wilde ik zeggen? O ja, op het strand had ik een geanimeerd gesprek met twee mensen uit Doetinchem, Jaap en Hermien. Ze vroegen waar ik woonde in Nederland. In Den Bosch, zei ik. 'Dat is toch de stad met dat leuke eetstraatje'? zei Jaap. 'Ik heb daar weleens gegeten, bij Tante Pietje. Dat was best goed. Maar verder kennen we Den Bosch niet, toch Hermien'? 'Nee. Wat heeft de stad nog meer te bieden?', vroeg Hermien uit beleefdheid.

Ik kon het lijstje van onze burgemeester ‘Den Bosch is dè!’ wel opsommen, maar dat leek me niet zo tot de verbeelding spreken. Dus werd het de kathedraal, het museum, de Diezevaartochten en de VF. Jaap verzorgt het licht bij theatervoorstellingen. Hij komt in veel theaters. 'Hoe staat het trouwens met jullie theater, dat is nogal verouderd'. Zullen we een biertje gaan doen? Ik trakteer, zei ik. Ik glunderde. Onbedoeld had Jaap me een nieuwe troefkaart toegespeeld voor het lijstje ‘Den Bosch is dè!’ van onze burgemeester: namelijk dè eetstad! Weet je, dat lijstje van onze burgemeester is gewoon flauwekul. Laten we bescheiden zijn, want we zijn niet meer dan een gezellige bourgondische stad waar ontwikkelingen traag gaan en ook niet heel onderscheidend zijn. Dus Jack Mikkers niet hoogmoedig meer zijn, dan val je ook niet meer. Beterschap!

zondag 6 januari 2019

Bosschenaren, niet juichen met handen in de zakken



In mijn laatste column van 2018 schreef ik dat ik vond dat een jaar zo snel voorbijvliegt. Wat schertst mijn verbazing. Van de week las ik in de krant dat Claudia de Breij de oudejaarsconference 2019 gaat doen. Leuk voor haar, maar wel echt zot om daar nu al mee te komen. Ik heb de oudejaarsconference van Marc Marie Huijbregts nog op mijn netvlies staan. Trouwens, wat moet ik van zijn oudejaarsconference zeggen. Ik vond het absoluut een leuke conference, maar het had niet zoveel oudjaarsachtig. Marc Marie praat graag over zijn eigen wel en wee. Hij moet trouwens wel meer gaan eten, zo lijkt hij een groot kind. Enfin, onze burgemeester was ook afgevallen, maar liefst acht kilo. Jack Mikkers wil echt best nog zeven kilo afvallen. Met dit college gaat dat wel lukken, zou ik zo denken. Daar hoeft Jack niet minder voor te gaan eten. 

Ik heb de ‘slanke’ burgemeester al een poos niet meer gezien, maar hij zal het ook wel druk hebben gehad met de onverkwikkelijkheden rond het winterparadijs. Toch mooi dat hij dan toch op het podium van het winterparadijs terug- en vooruitblikte. Hij zei onder meer dat er afgelopen jaar veel initiatieven voorbij zijn gekomen. Bedoelde hij letterlijk voorbij zien komen en dan maar wachten op het volgende initiatief? Ik heb hem namelijk nog niet gehoord over het initiatief van de VF en het TadP om een tijdelijk theater te bouwen in de Kaaihallen. Maar misschien heeft hij ook niet zoveel met cultuur, want hij noemde het theaterfestival de Boulevard het vijfsterrenfestival de Boulevard. Ja, ja, het vijfsterrenfestival. Doet me denken aan een muziekfestival met Gerard Joling, Gordon, René Froger, Jan Smit en Jeroen van den Boom.

Een ding moet ik onze burgemeester wel nageven: hij verloochent zijn VVD-afkomst niet. Hij is namelijk trots dat het aantal ondernemers in het Bossche is gestegen van 13.000 naar 14.000. Daar mogen we best trots op zijn en nu komt het, Jack zei: ‘we moeten niet juichen met de handen in de zakken zoals Bosschenaren gewend zijn’. Heel apart. Spreekt hij uit eigen ervaring? Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook niet mijn handen uit mijn zakken haal voor de daden van ons huidig gemeentebestuur. Maar ik ben een geduldig mens, ik wacht af. Wat gaan we doen in 2019? Er komt een WK handboogschieten (dat wordt uitkijken, een afzwaaiende pijl kan zo maar fataal zijn), de bevrijding van de stad 75 jaar geleden wordt groots gevierd in oktober. Dat is mooi! Maar er is meer volgens Jack: we hebben de mooiste binnenstad, en we moeten ook zorgen dat we de meest gastvrije en plasvrije stad (iedereen een gratis catheter?) blijven. Het is onze taak die positie te blijven koesteren en waar te blijven maken. Dus beste Bosschenaar: haal je handen nou eens eindelijk uit je zakken én aan de slag, want een jaar is zo voorbij!

Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...