donderdag 28 maart 2019

Rafelige avond






Wat zijn de ambities van onze stad? Ik weet het eigenlijk wel, maar misschien tovert cultuurwethouder Mike van der Geld wel verrassingen uit zijn hoge hoed. Dus op naar de clubzaal in de VF voor een debat hierover. Ik kon gelukkig nog net een stoel onder mijn billen schuiven, want er waren heel veel clubleden die – net als ik - ook nieuwsgierig waren naar de ambities van de gemeentebestuurders. Naast mij zat een man die weinig spraakzaam was. Zijn linkerbeen rustte geduldig op zijn rechterbeen. Hij had gestreepte sokken aan, vlotte instappers en een spijkerbroek waaraan de rafels hingen. Toen kon ik nog niet bevroeden dat het woord rafel als randverschijnsel vaak voorbij zou komen.


Een rafel kun je bijvoorbeeld zien als garen dat opzettelijk uit een afgewerkte stof wordt gehaald met als doel het opnieuw te gebruiken. Probeer dat vast te onthouden! Een van de debaters zei namelijk: ‘een stad moet rafels durven maken, want daar kun je schuiven en daar kun je innoveren’. Wat hier precies mee wordt bedoeld weet ik nog steeds niet. Ik snap natuurlijk wel dat je dwarsliggers en vernieuwers nodig hebt voor je plannen, anders wordt het weinig verheffend. Nu vind ik dat onze bourgondische stad, na het Jeroen Boschjaar in 2016, nogal oubollig aan het worden is. In zijn column zei Lucas de Waard dat Den Bosch een VVD-stad en sinds kort tevens een FvD-stad is, maar dat het ook de stad is van zijn oma. Bij die woorden moest ik glimlachen.

Ik dacht heel even aan mijn oma die destijds vlakbij het GZG in de Hooge Nieuwstraat woonde waar ook café ’t Pumpke was gevestigd. Hier in het GZG-kwartier worden nu heel dure appartementen en huizen gebouwd. Het GZG-kwartier zou ook wel het VVD-kwartier genoemd kunnen worden. Lucas de Waard had in zijn column dus wel een punt. Voordat de bouw startte waren op het GZG-terrein ook verschillende culturele rafelranden te vinden, maar die zijn door de projectontwikkelaar weggerafeld naar onder andere de Tramkade. 

Maar voor hoe lang? Dat is onduidelijk. De wethouder zei hierover: ‘eind van het jaar komt er kader over hoe wij om denken te gaan met dit gebied. Daar hoort ook cultuur bij. De Tramkade is een hotspot die we koesteren, maar in welke hoedanigheid weten we nog niet’. Dat laatste klonk alsof B&W wacht op een projectontwikkelaar met een grote zakgeld! O ja, het ging over de ambities van onze stad, toch! De hoge hoed bleef op het hoofd van de wethouder. Ambitie heb ik amper gehoord, maar daarvoor was het ook een te rafelige avond!

woensdag 20 maart 2019

Gelukkig zijn




Wij Nederlanders kunnen ons geluk niet op lees ik in de krant. Ik wreef me nog maar een keer in mijn ogen. ’s Morgens kan ik nog weleens na het opstaan wazig zien en dan helpt het wrijven in mijn ogen. Maar het stond er echt: ‘we kunnen ons geluk niet op’. We staan op plaats vijf, alleen de Scandinavische landen waar ’s winters weinig daglicht is, gaan ons voor. Ik weet niet hoe ze geluk meten bij de Verenigde Naties. Ik ben nooit gebeld, laat staan dat ik ooit een vragenlijst heb gezien in mijn mailbox. Ik ben namelijk heel benieuwd naar de vragen in zo’n geluk lijst. Een voor de hand liggende vraag zou kunnen zijn: bent u gelukkig, wanneer bent u gelukkig, hoe vaak voelt u zich gelukkig of wat zorgt ervoor dat u zich gelukkig gaat voelen?

Goed, laat ik doen of de vragenlijst wel heb ontvangen. Ik doe een poging. Op dit moment voel ik me wel lekker, dat kan overigens over een uurtje anders zijn als mijn vrouw thuiskomt en zegt: je zou toch stofzuigen! En dan gisteren, toen werd ik bijna omvergereden door een onbedachtzame fietser die het druk had met het appen op zijn IPhone. Het gebeurde gelukkig niet. Even later bleef ik in het trappengat in mijn appartementengebouw met mijn voet hangen achter een traptrede. Gelukkig had ik de leuning vast, dus ik viel niet. Weer zo’n geluksmomentje! En dan mijn gezondheid: daar gaat het best wel goed mee. Af en toe een pijntje in mijn lijf, maar dat is met een zalfje wel op te lossen. Da’s ook geluk hebben. En dat ik hier ben geboren vind ik ook geluk hebben. Verder hoop ik dat FvD en PVV minder zetels krijgen dan de peilingen voorspellen. Dat zou zeker bijdragen tot mij meer gelukkig voelen. Maar of dat allemaal ook zo wordt bedoeld door de onderzoekers weet ik niet. Ik vind het lastig om hier de vinger achter te krijgen! 
Ik snap wel dat we ons veel beter voelen als mensen in bijvoorbeeld Afrika of in oorlogsgebieden. Daar is geluk helaas heel ongewoon. Toch zie ik in mijn omgeving mensen zich niet zo vaak van geluk vaak op hun dijen kletsen. Nogal eens hoor ik om me heen geklaag over gezondheid, over een niet lekker lopende relatie, over de vervelende altijd beter wetende collega op het werk of over die Haagse politici. Nu las ik laatst dat we een overdreven focus hebben op het negatieve. Kortom, we klagen graag ondanks dat we heel gelukkig zouden zijn. We hebben altijd wel wat te mekkeren, ons land is vergeven van de zogenaamde ervaringsdeskundigen die te pas en te onpas in de media worden opgevoerd. Hoe zou het zijn als we minder gelukkig waren, onze omstandigheden wat minder goed zouden zijn? Zouden we dan minder klagen? Wie het weet mag het zeggen! Op Facebook zei iemand: ‘ik word gelukkig van vrienden, familie, de zon, lammetjes in de wei en een wijntje'. Dat noemen we dus gelukkig zijn!'.

donderdag 14 maart 2019

Thierry Baudet


Volgende week woensdag mag ik weer eens gaan stemmen. Dus heb ik onlangs de stemwijzer geraadpleegd, maar zoals altijd kom ik bij de dezelfde partij uit. Wie mij een beetje kent weet dat ik PvdA stem, in goede en in slechte tijden. Immers de politiek vind ik een soap net als het nog steeds gelijknamige populaire inmiddels overjarige RTL4 Tv-programma. Natuurlijk heb ik weleens vanwege ‘een nieuw geluid’ overspel gepleegd en op een andere partij (D’66) gestemd. Maar niets is wat het lijkt! Want eenmaal op het regeringspluche gaat alles anders, dan wegen beloftes vaak niet meer dan een ons of iets meer. Alleen verdringt een grote groep kiezers deze polderwaarheid in zijn/haar hoofd.  En nu hebben we weer zo’n zogenaamd nieuw geluid in de politieke arena.  Zijn naam: Thierry Baudet! Het kost me moeite om zijn naam op te schrijven, maar ik doe het toch. Baudet is een klimaatdrammer pur sang, maar dan in omgekeerde vorm. Hij is de vleesgeworden CO2 uitstoter.

Baudet is populair, tenminste als je de peilingen serieus neemt. Ik vind het een enge man, een kwal die nogal met zichzelf is ingenomen. Zijn gezicht heeft een valse kleur. Het is bovenal een enorme narcist die alleen maar uit is op eigen roem. Thierry Baudet heeft volgens mij maling aan de kiezer en heeft 1000 watt dedain voor de medemens, zeker voor mensen met een andere afkomst. Bovendien is hij ook denigrerend naar vrouwen. Wat vindt hij van de vrouw?  Een uitspraak van hem: ‘Ik weet wel dat vrouwen het over het algemeen minder excelleren in een heleboel beroepen en minder ambitie hebben. Vaak ook meer interesse hebben in gewoon meer familieachtige dingen enzo’. Nu is volgens mij het overgrote deel van zijn fans ook de blanke man.

Afgelopen zondag ben ik naar de film ‘Werk ohne Autor’ geweest. Eén aanrader overigens! In de film was een scene van een bijeenkomst van hoge Naziofficieren, te weten medisch specialisten. Zij hadden de opdracht om, al voordat de oorlog uitbrak, alle mensen met een lichamelijke of geestelijke afwijking op te sluiten of nog erger tot de dood te veroordelen. Misschien raar, maar ik moest heel even aan Thierry Baudet denken. Ik wil dat toch maar even gezegd hebben. Waarom is Thierry Baudet zo populair in een tijd waar we in ons land – op de Groningers na – niet zoveel te klagen hebben? Een poging: hij valt op door zijn afwijkend gedrag in de Tweede Kamer. Baudet roeptoetert dat de klimaatplannen de burger 1000 miljard gaan kosten. Volgens hem is er niets mis met het klimaat, allemaal verzonnen door die linkse kliek. Hij belooft de burger dat zijn FvD ons land gaat veranderen. Waarin? Een speeltuin voor alleen Nederlanders? Ook wil Baudet als een Sinterklaas met veel geld gaan strooien van onze belastingcenten. Voor bijna iedereen wat lekkers, ofwel een koekje van eigen deeg. Ik snap wel dat zijn aanhang denkt dat ze eindelijk worden gehoord. Door Thierry Baudet? Weinig kans. Hij verwijt de pot dat de ketel zwart ziet!

Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...