vrijdag 26 februari 2021

Lentegevoel

Een paar weken geleden werd er nog dromerig gesproken over de Friese Elfstedentocht. En nu voelt het lenteachtig aan terwijl het, meteorologisch gesproken, nog winter is. Kennelijk is de lente net als iedereen van slag en weet zelf niet meer wanneer de lente echt begint. Overal verblijden op de grasvelden vredelievende krokussen en narcissen ons. Dat lokt ons nog meer naar buiten waar de vogeltjes fluiten. Wandelen en fietsen zijn vooral de favoriete bezigheden. Ook picknicken is populair. Lekker een wijntje of biertje drinken. Of het buiten mag weet ik niet meer, want er mag bijna niets meer. Immers ‘Big Brother is watching us'. Maar als je jong bent waag je het er toch maar op en dat snap ik.


Op Bastion Oranje tegenover het Bossche Broek zie ik twee jonge meiden gezellig met elkaar keuvelen en een wit wijntje drinken. Waarover ze keuvelen kan niet horen, terwijl ik toch oren op steeltjes heb. Oren op steeltjes heb ik soms nodig om een column te schrijven. Een paar andere jongeren laven zich in hun blote bast aan de toch al warme zon. Wat verderop zitten op een bankje twee mannen lurkend aan een flesje bier. Het zijn twee daklozen. Hoe ik dat weet? Ik zie ze vaak bij een groepje staan in de buurt van de Jumbo City in de Visstraat. Maar meestal staan ze bij de Wilhelminabrug, dat is de verzamelplaats. Voor hen is fraaie weer ook zoiets als pluk de dag. Ze zouden zelfs ’s nachts gehuld in een slaapzak nu gewoon buiten kunnen slapen. Maar niet is zo veranderlijk als het weer, en ja hoor, het wordt weer wat kouder.

Ik kan daar wel mee uit de voeten, want ik doe mijn dikke jack aan en zet mijn kaaskopmuts op. En als ik het koud krijg ga ik naar mijn warme huis. Ik ben niet dakloos en dat kan een ontheemde niet zeggen. Nu kunnen ze wel naar een soort van B&B aan de Oranje Nassaulaan, maar dan moeten ze wel op tijd zijn. Dakloos of thuisloos, wat is eigenlijk het verschil? In tegenstelling tot een dakloze wisselt een thuisloze nogal eens van adres of woonplaats is mij verteld. In mijn fantasie zou een thuisloze ook iemand kunnen zijn die er wat geheime liefdes op nahoudt. Ik bedoel maar, dan voel je je vanzelf een beetje thuisloos. Alle gekheid op een stokje. De groep ontheemden is groeiende, dat is een feit.

Op de Wilhelminabrug, de toegangspoort naar het centrum, is het soms heel druk met daklozen. Nu doen ze amper een vlieg kwaad. Ze hebben het te druk met elkaar. En laten we eerlijk zijn: daklozen horen nu eenmaal bij een stadsbeeld. Maar de gemeente is het zat. Het woord ‘zat’ past overigens ook wel bij een dakloze. Ze wil deze groep een soort van thuis gaan bieden in het Stadsklooster San Damiano. Vanuit hun spiritualiteit dragen de broeders onze daklozen een warm hart toe. Een mooi gebaar van de broeders, het geeft mij in ieder geval een lentegevoel. Maar of een dakloze daar op zit te wachten is de vraag!

donderdag 18 februari 2021

Verkiezingen!



Vanochtend, terwijl ik op weg was naar de fietsenmaker, viel mijn oog op een plakbord op het Stationsplein, Op het plakbord hangen een paar niet spraakmakende posters van zeven partijen die meedoen aan de komende Tweede Kamer verkiezingen. De regeringspartijen de VVD, het CDA, D’66 en de CU ontbreken op het plakbord. Misschien hebben ze nog geen pakkende slogan kunnen bedenken voor een poster. Het is ook geen sinecure om iets bedenken wat ons burgers gaat opbeuren de komende tijd. De posters die er hangen zijn bepaald niet origineel. GroenLinks wil meer groen en meer toekomst. Ja, wie wil dat niet! De Partij voor de Dieren komt met plan B. Nu heb ik altijd geleerd dat je plan B pas moet doen als plan A niet lukt. De SP en 50plus hebben niets te melde. Zeggen alleen dat je op hun partijen moet stemmen, dan komt het goed. Maar niet heus!

Partijhopper Henk Krol zegt: ‘koester wat goed is. Verander wat beter kan’. Me dunkt, daar slaat vast op Henk zelf. En dan onze boreale denker Thierry Baudet van FvD. Van hem moet Nederland weer vrij. Hoezo vrij? Waarvan Thierry? Als je het virus bedoeld dan kan ik voor één keer met je gedachtegoed meegaan. Dan hangt er ook nog een poster van Code Oranje van Richard de Mos, de bepaald niet frisse oud-wethouder van Den Haag. Vroeger was hij een rasechte PVV’er en vriend van Geert Wilders. Zijn nieuwe partij Code Oranje wil de democratie hervormen. Nu denk ik bij code oranje eerder aan dichte mist. Al met al een hoop gelul waarop ik absoluut niet zit te wachten. Maar wie zit er nog te wachten op een plakbord met nietszeggende politieke posters. Het is in ons digitale tijdperk een nogal achterhaald middel om ergens aandacht voor te vragen.

Eerlijk gezegd zit ik helemaal niet te wachten op de komende verkiezingen. We zitten nog volop in een pandemie. De virologen voorspellen – en dat niet eens met een somber gezicht - zelfs een derde golf. Zo af en toe denk ik weleens dat virologen het wel leuk vinden om weer een nieuwe virusvariant aan te kondigen. En iedere keer horen we dat timide aan om vervolgens te gaan klagen dat ons leven wel heel saai is geworden. En dat is ook zo. We zijn verworden tot tamme kastanjes die alleen nog maar met elkaar kunnen praten over de pandemie. De rest doet er nog amper toe.

Toch vindt politiek Den Haag dat de verkiezingen gewoon door moeten gaan, terwijl van ons al bijna een jaar dringend wordt gevraagd om onorthodoxe maatregelen op te volgen. Waarom moeten de verkiezingen nu doorgaan? Ik heb daar nog geen goed antwoord op gekregen. Mijn hoofd staat in ieder geval niet naar het stemhokje op 17 maart. Er staan mij teveel seinen op rood in onze samenleving. Maar de Haagse politiek denkt kennelijk slechts aan eigen belang en het comfortabele pluche. Misschien toch maar een spoedappèl voor schorsing van de verkiezingen aanvragen bij de Haagse rechtbank, want daar zijn ze slagvaardig!

vrijdag 12 februari 2021

Winterpret

Ik denk dat de plotselinge winter met zijn onstuimige sneeuwval dit jaar nog nooit zo welkom is geweest. Afgelopen zondag was het zover: een echte eerste ongekende winterse dag. Dat hebben we lang niet meer gekend. De hele dag sneeuwval, de wind woei het hard, het was koud en de sneeuwvlokken dansten vanwege de straffe oostenwind wat langer in het oneindige alvorens neer te dalen op de koude grond. In het Bossche Broek zag ik dik ingepakte mensen de oostenwind en de vallende sneeuw trotseren. Dat wil ik ook, dacht ik. Mijn nieuwe zwarte muts met de tekst ‘Kaaskop’ zou goed van pas komen. Deze muts had ik van mijn lieve kaasvrouw gekregen. Een week eerder had ze mij verteld dat er heel koud weer zou aankomen en dan komt een muts goed van pas. Gelijk had ze, want de muts op mijn Hollandse kaaskop was nodig.

Met voorzichtige stappen baande ik me een weg door de sneeuw die nog haast maagdelijk wit was. De stappen in de sneeuw voelde als een verademing. Even geen aandacht voor de pandemie. Dat moeten meer mensen hebben gedacht. Overal was het druk op straat en iedereen leek uitgelaten. Op de markt was al een kleine sneeuwberg verrezen, geknutseld door kinderhanden met als doel om met hun slee er vanaf te roetsen. Een verslaggever van het BD was met zijn IPhone dit tafereel aan het filmen. Hij vroeg aan een glunderende vader, die zijn twee kinderen ook uitdaagden om van de sneeuwberg af te roetsen, hoe hij deze eerste echte winterdag beleefde. Geweldig, het leidt voor even af. Iedereen heeft inmiddels wel de buik vol van de lockdown. En dan is de sneeuwpret toch heel welkom, zei hij tegen de verslaggever. Zo is dat.

Ik knikte instemmend. Toch werd mijn sneeuwpret op de eerste winterdag een klein beetje verpest, want ik las op de nieuwssite van de NOS een item over sneeuwballen gooien of schaatsen. De Rijksoverheid was er als de kippen bij om te zeggen dat je in ieder geval alleen sneeuwballen mag gooien of schaatsen met eigen huishouden of één vriend of vriendin'. Waarschijnlijk had Jaap van Dissel, inmiddels de echte baas van ons land, ’s morgens meteen gebeld met het verantwoordelijke corona-duo Mark en Hugo om hen te zeggen dat we ondanks de winterpret niet mogen verzaken. Kortom, regels zijn regels. De angst regeert.

Jammer, iedereen voelt zich nu een stuk aangenamer. De winterzon schijnt. De schaatsen kunnen worden ondergebonden voor een tochtje op het ijs. In ons (over)enthousiasme kwam zondag in Op1 het woord Elfstedentocht nog voorbij. Een weerman voorspelde dat het wel zou kunnen, want het zou bitter koud worden. We weten inmiddels beter. Voorspellingen blijven voorspellingen, maar dat weten ze bij het RIVM nog niet. Stel dat de tocht der tochten wel had gekund? Dan had Jaap van Dissel ongetwijfeld in zijn beste Fries gezegd: It giet net oan!  Meneer van Dissel: wat is gezonder dan de buitenlucht?  Het is maar goed dat ik bretels draag, anders was mijn broek afgezakt.

donderdag 4 februari 2021

Ge wit ooit nooit nie!


‘Ik bouw veur jou een droompaleis, een droompaleis onder de Parade’. In mijn carnavalsjaren heb ik in overvolle kroegen met blond schuimend bier in mijn hand én mijn arm om een schoon vrouwke hossend deze onvervalste carnavalshit vaak mee gelald. Ja lallen, want na een dozijn bier in mijn donder was de zuivere zang ver te zoeken. Deze carnavalskraker van Spuit Ellef vind ik nu wel heel toepasselijk. Hoe kom ik daar zo bij? In het BD las ik dat de voorzitter Rob van de Laar van de Brabantse Carnavals Federatie(BCF) vreest dat carnaval ondergronds wordt gevierd. Ze hebben signalen opgevangen dat de rasechte carnavalsvierders op zoek zijn naar stille schuren op het platte land. Kan gebeuren in deze maffe tijd, zeker nu er al bijna een jaar een soort van virusoorlog heerst. En tijdens de Tweede Wereldoorlog was er ondergronds ook actief verzet. Nu heb ik in het Bossche nog geen ondergrondse activiteiten kunnen waarnemen, maar ge wit oit nooit nie!

 

Misschien zijn Bossche carnavalsvierders ergens wel een soort van ondergronds Droompaleis aan het bouwen, want er is in het centrum nog weinig roodwitgeel te zien. Alleen bij het ‘Hart van Brabant’ op de Parade hangt een groot spandoek met de tekst: ‘Welkom in ’t Hart van Oeteldonk’. Dat klinkt nogal uitnodigend, toch? Op de ramen van café ’t Hart zijn ook nog eens foto’s geplakt van feestende Oeteldonkers. Dat maakt het verlangen naar carnaval alleen maar groter. En juist dat prikkelt mijn fantasie. Zou bij ’t Hart de ingang zijn naar het ondergrondse Droompaleis onder de Parade? En er is nog iets, het is wel opvallend dat in de binnenstad een aantal panden zijn dichtgetimmerd. Ja, dat komt door de rellen van maandag 25 januari, hoor ik iedereen zeggen. Maar wat er achter die houten schotten stiekem gebeurt laat zich moeilijk raden. Wie weet verschaffen de dichtgetimmerde panden wel de toegang naar een ondergrondse gang naar het Droompaleis onder de Parade. Ge wit oit nooit nie!


Ook zie ik op straat zo af en toe iemand lopen met een slim verpakt muziekinstrument. Misschien ook wel op weg naar ’t Hart naar de pas opgerichte carnavalsclub ‘Hou Vol’ om het nieuwe carnavalsdeuntje ‘Zeg roodwitgeelkapje waar ga je heen, zo alleen’ te gaan oefenen. Ja, een Bosschenaar het carnaval afnemen is als een doodzonde waar geen vergeving voor bestaat. En dat beseft Rob van de Laar maar al te best, vandaar zijn vraag aan de carnavalsvierder om zich aan de coronaregels te houden. De carnavalsfederatie heeft de steun van veel carnavalsclubs die met carnaval online activiteiten organiseren zoals quizzen. Helaas zijn de meeste carnavalsvierders geen lid van een carnavalsclub. Maar los daarvan denk ik niet dat een carnavalsvierder met carnaval in is voor een quiz. Een carnavalsvierder wil stappen met een blond biertje in zijn hand, van kroeg naar kroeg. Ik zou er niet gek van staan te kijken wanneer veel roodwitgeel uitgedoste Bosschenaren met een biertje in de hand in hun Droompaleis, niet onder maar op de Parade staan. Ge wit oit nooit nie!

 





Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...