woensdag 5 september 2018

Op de fiets


Ik ben lid van een eetclub. Nu is de ‘eetclub’ ook de titel van een thrillerachtig boek van Saskia Noort. In die eetclub gebeuren hele spannende en nare dingen. Vriendschappen blijken toch niet echt te zijn, want ruzies, bedrog en overspel vermoorden de vriendschappen. Van zo’n eetclub ben ik in ieder geval geen lid. Wij zijn beschaafd oftewel: we zijn best braaf. We houden van gezellige klets - soms komen er politieke kwesties voorbij – van een wijntje en lekker eten. Dit keer was ik te gast bij een eetclublid die in een lieflijk dorp Maasbree woont in het Limburgse land. Vanuit Den Bosch is de afstand ongeveer 90 km.

Met een paar andere leden besloot ik om er naar toe te fietsen. Nou ja, niet helemaal. Eerst met de trein naar Deurne en dan op de fiets dwars door de Peel langs Griendtsveen en Helenaveen naar Maasbree. Een toeristische knooppuntroute van pakweg 35 km. Dwars door de Peel kun je ook beter op de fiets doen. Dan zie je en geniet je meer van het fraaie landschap. Bovendien is het goed voor mijn lijf, want ik wist dat mij die avond een copieuze maaltijd wachtte namelijk een uitgebreide barbecue met heerlijke porties vlees en zalige salades.

Het mooie najaarsweer was me goed gezind, de witblauwe lucht maakte het landschap typisch Hollands. Dat voelt lekker. Onderweg ontmoette ik veel vriendelijk groetende fietsers. Hoi, klonk het vaak uit de mond van fietsers. De meeste fietsers werden vooruit gedreven door een e-bike fiets. De stelletjes meestal met dezelfde fietsen, hetzelfde merk en kleur. Ik ben nog van de gewone fiets. Op een gewone fiets voel je fysiek het echte fietsen nog. Maar los daarvan levert het fietsen soms ook onverwachte ontmoetingen op. 

Na een mooie eetclubzomeravond in de tuin was het de volgende dag weer tijd om het Limburgse land te verlaten. Op de fiets met nog een volle buik naar huis, althans naar het station in Helmond. Opnieuw via een knooppuntenroute van 46 km, iets meer op pedalen trappen met de wind en de zon in de rug. Na een uurtje fietsen stopten we voor een korte pauze op een idyllisch plekje in het bos waar twee peelkanalen elkaar kruisen. 

Vlak daarna stapten twee mensen van hun fiets om ons even gezelschap te houden. Ze vertelden dat ze uit Kessel aan de Maas kwamen waar ze hun leven al lang woonden. En dat moet heel lang zijn, want ze waren niet de jongsten meer. We zijn beide 81 jaar, zei de man én al zestig jaar bij elkaar. Zijn vrouw keek met nog een haast verliefde blik naar hem. Hoe mooi is dat in een tijd waar relaties met bosjes sneuvelen. De man begon te vertellen over zijn kinderjaren, vooral over zijn belevenissen tijdens de oorlogsjaren. 'Hij heeft het vaak over vroeger, wat gisteren was weet hij soms niet meer', zei zijn vrouw. Tsja, de waan van alledag verdwijnt vaak als sneeuw voor de zon. Dat begin ook ik soms te merken!

Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...