
Maar niet bij Maria. Ze gelooft nog steeds in onschuld en zuiverheid. En met haar doen dat veel mensen die in de meimaand een bezoek brengen aan Maria. Ze heeft, om al die mensen te ontmoeten, tijdelijk haar kapel verlaten. In haar blauwe mantel en haar witte gezicht staat Maria vlakbij het hoofdaltaar. Als een echte lieve zoete moeder oogt ze als een baken van rust en hoop tussen honderden brandende kaarsjes. Allemaal kaarsjes die door mensen met een bepaalde intentie zijn aangestoken. Nu is dat niet verrassend, want het hele jaar door steken mensen kaarsjes aan, daarvoor hoef je niet per se gelovig te zijn. Wanneer steek je nou een kaarsje aan? Om in de kleuren wit en blauw te blijven. Je ziet wit om je neus omdat je een blauwtje hebt gelopen. Dat is natuurlijk een beetje flauw van me. Nee, ik weet haast zeker dat mensen meestal een kaarsje aansteken wanneer er wat naars of wat verdrietigs aan de hand is en al biddend hopen dat het tij alsnog keert. Nu zei mijn schoonmoeder altijd: bidden in nood helpt geen kloot. Dus heb ik die woorden ter harte genomen. Trouwens een kaarsje aansteken in de Sint Jan is niet goedkoop meer. Een noveenkaars bijvoorbeeld kost je 6 euro, maar dan brandt deze wel negen dagen in de Mariakapel. Daar ziet de koster op toe. Dat laatste moet je dan maar geloven!
Om nog even in de kleuren wit en blauw te blijven. Vroeger - en dan heb over de jaren zestig van de vorige eeuw - droegen veel meisjes in Den Bosch en andere steden in Zuid-Nederland blauw-witte kleren. Dit had kennelijk een reden. Ze geloofden namelijk dat je dan ‘onder bescherming van de heilige maagd Maria’ stond. Of de meisjes dat echt zelf geloofden waag ik me te betwijfelen. Ik denk eerder dat de ouders dat zichzelf hadden wijsgemaakt met dank aan de toen nog invloedrijke pastoor. De pastoor is er nog steeds, alleen luistert bijna niemand meer naar hem. Maria daarentegen heeft alle beeldenstormen doorstaan en biedt nog steeds mensen troost in bange dagen. En die bange dagen lijken talrijker te worden!