Nooit had ik verwacht dat ik eens een stierenvechtersarena zou gaan bezoeken. Maar in Fuengirola afgelopen zaterdag dus wel. Het was rond elf uur in de morgen. De zon had zijn bakoven al op zo’n 27 graden staan. En dat is heel wat anders dan in het gure Nederland qua weer en qua stemming. In mijn Den Bosch hield notabene D’66 als voorbereiding op de komende verkiezingen een partijcongres. Intussen was Den Bosch weer voor even omgedoopt tot Oeteldonk. Hoezo dat? Er was kennelijk alle reden voor een feestje. Nu is er in Den Bosch altijd wel een reden voor een feestje. Een feestje? Ja, want Oeteldonk bestond 143 jaar. Geen reden om een feestje te vieren, toch? Toch wel, met dank aan een slim bedachte elf-elf formule, te weten 11x11+11+11=143.. Nee, ik verzin het niet. Wie dat bedacht heeft zal vast ooit een zonnesteek hebben opgelopen, net als ik bijna in Fuengirola. Het is hier namelijk al ruim drie weken warm en soms zelfs gewoon heet. Nee, ik verzin het niet.
En omdat het 's middags heet kan zijn ga ik in de ochtend zo af en toe wandelen. Afgelopen zaterdag liep ik wat kriskras door de straten van Fuengirola te slenteren, wel zoveel mogelijk in de schaduw en ineens stond ik bij het Plaza del Toro. Een arena waar stieren vroeger uiteindelijk het onderspit moesten delven, want de vleesgeworden stier werd rijp gemaakt voor het spit. Immers, het ging om de Toreador die onoverwinnelijk ofwel een volksheld was. De deur van de arena stond nu open en dat maakte mij toch wel een beetje nieuwsgierig. Bovendien moest ik hoognodig een sanitaire stop maken. Op zoek naar een toilet liep ik bijna tegen een groot staand affiche op waarop stond: ‘Tierra de Caballos por José León'. In goed Nederlands: ‘Het land van de paarden'. Componist en dichter José León bracht deze zaterdagavond in deze arena een ode aan het paard.
Het affiche wakkerde mijn nieuwsgierigheid nog meer aan, maar hoe kwam ik een kaartje? Ik spreek geen woord Spaans. Nou ja, een paar woorden dan. Gelukkig heb ik op mijn 06 Google Translate staan en daarmee was de verbinding snel gelegd en een kaartje geregeld. En zo zat ik ‘s avonds om half tien op de betonnen tribune van de arena, want net als een stier moest ook ik gewoon afzien en mijn kont een beetje beurs laten worden. De show zou om tien uur beginnen, maar in Spanje denken ze vaak manjana. Iemand, die al een poosje hier woont, zei al eerder tegen mij: 'In Spanje denken ze niet rond, maar vierkant’. Aha, dat klopte ook, De Arena liep pas na tien uur langzaam vol. Ik keek op mijn klok. Het was inmiddels half elf. Dat wordt een latertje. Even later opende José León si mismo de avond. In de arena verschenen de eerste ruiters op sierlijk dansende paarden. Op het podium vertolkte een Spaanse schoonheid een flamencolied waarvan het publiek en de paarden in vervoering raken, net als José León. Hij was vroeger een fervent stierenvechter, maar al een aantal jaren een paardenfan. Gelukkig maar, anders zou ik daar nogal stierig van kunnen worden. En dat verzin ik niet!