donderdag 30 december 2021

Knaldrang!

 



Bij onze zuiderburen is ‘knaldrang’ verkozen tot woord van het jaar. Dat vind ik een mooi woord dat ook prima past in het huidig tijdsgewricht. Op de tweede plaats eindigde het woord tegelwippen. Beide woorden spreken bij mij tot de verbeelding. Nu had ik bij tegelwippen wel wat andere associaties dan werd bedoeld, want je moet wat om de tijd te doden. Maar het gaat ergens anders over. Het gaat over tegels vervangen door groen, dat heeft in tegenstelling tot knaldrang dus niets met de pandemie te maken. Alhoewel, ook het klimaat houdt ons ook in de greep, al doen we daar nog wat schamper over. 


Het lukt de Vlamingen warempel iedere keer weer om woorden te bedenken die blijven hangen. Neem nou schrijver Dimitri Verhulst. Hij kan ook fraaie woorden  bedenken. Wie weet heeft hij ooit ‘knaldrang’ bedacht. Maar je zou ook kunnen denken dat het met voetbal te maken heeft. Hoe vaak hoor je op de tribune niet:‘knal ‘m er in! Niet dus, voor onze zuiderburen is knaldrang een vorm van verlangen om uit je bol gaan, een vorm van verlangen naar vrijheidsorgasme. Dat laatste woord heb ik nu ineens bedacht. Misschien een mooi woord van het jaar voor 2022? 


Eigenlijk ben ik wel een beetje jaloers op onze Vlamingen. Ze zijn heel goed in taal en in het bedenken van woorden die de fantasie prikkelen en bovendien iets te zeggen hebben. Want wie heeft nou geen knaldrang, iedereen wil weer gaan knallen. Al zullen de Vlamingen vast niet blij met die horde Nederlanders die - nu het in ons land niet kan - uit hun bol gaan in Antwerpen. Maar goed, wij hebben ook een woord van het jaar. Wat zeg ik: we hebben twee woorden zelfs. ‘Prikspijt’ kwam uit de koker van de Dikke van Dale en ‘Wappie’ uit de koker van ‘Onze Taal’. Heel apart allemaal. Het zijn twee woorden die je niet los van elkaar kunt zien. Toevallig? Ik weet het niet. Het is wel vreemd dat juist deze woorden zijn gekozen. Beide hebben een negatieve lading. En dat is jammer, want het levert bij mij absoluut geen knaldrang gevoel op. 


Wie heeft in godsnaam het woord prikspijt bedacht? Ik zou ‘prikplicht’ een toepasselijker woord van het jaar hebben gevonden. Maar dat zou niet verstandig zijn, want dan zou ik heel wat wappies over me heen krijgen die mij van alles gaan toewensen wat niet deugt. Daar zijn we in ons land intussen ook wel goed in of liever gezegd héél slecht in. Wappie en Prikspijt slaan nergens op. Herinner je je nog Peppi en Kokki? Dat was een tv-programma met twee onnozelaars in de hoofdrol die alles verkeerd deden. Je kon erom lachen, dat wel. Verander Peppi en Kokki in Prikspijt en Wappie en je hebt weer een nieuwe tv-serie voor jong en oud. Alleen jammer dat die onnozelheid van Prikspijt en Wappie ons wel de misère van opnieuw gesloten deuren heeft opgeleverd. Nee, ik voel me, als het gaat om het woord van het jaar, meer een Vlaming. Ook ik ben wel toe aan knaldrang ofwel aan een ultiem vrijheidorgasme!



donderdag 16 december 2021

Big Max!

 We hebben er weer een nieuwe held bij. Wat zeg ik: we hebben er een messias, een soort van sportgod bij. Nou weet je vast wel over wie ik het heb. Zo niet, dan heb je niet goed opgelet of misschien gingen de rondjes op het circuit in de zandbak van Abu Dhabi je te snel. Ik heb het natuurlijk over Max Verstappen, onze Formule 1 coureur. Hij werd in Abu Dhabi wereldkampioen 59 rondjes vroem vroem rijden. Nu hebben we al meer grote sportwinnaars gekend, maar dit kampioenschap sloeg alles. Ik vermoed dat Jumbobaas Frits van Eerd ter plekke klaar kwam toen Max met zijn bolide als winnaar over de finish knalde. Middels een levensgrote advertentie in alle kranten feliciteerde hij een dag later namens zijn personeel zijn grote vriend Max. 


Frits houdt ook van vroem vroem. Hij sponsort SuperMax ruimhartig uit de Jumbokas. Geld moet rollen of beter gezegd: racen!. Gelukkig voor Frits kopen veel mensen levensmiddelen bij zijn Jumbowinkels zodat hij dat niet uit eigen zak hoeft te betalen.  Niet alleen Frits was door het dolle heen, ook de kranten stonden bol van de superlatieven: ‘Max is een fenomeen, het wonder van Abu  Dhabi’. Het AD schreef zelfs dat Max de Johan Cruijff is van deze generatie. Ik zou haast gaan geloven dat Max Verstappen net als Jezus over het water kan lopen. ‘Maar dat zie je pas als je het door hebt’, aldus Johan Cruijff. De gekte is compleet. Nog even en MCDonald promoot een ‘Big Max’. 


Binnenkort zal Max wel worden ontvangen door onze koning die hem vast tot Ridder in de Orde van de Nederlandse leeuw zal benoemen, want Max heeft gevochten als een leeuw. Maar eerst gaat Max uitrusten in zijn mooie villa in Monaco waar hij al sinds 2015 woont. Monaco is het ideale oord voor mensen die zo min mogelijk belasting willen betalen. Nou zou ik dat ook wel willen, maar ik kan in Monaco geen betaalbare woning vinden. Naast Max wonen er inmiddels veel beroemdheden met alleen maar dollartekens in hun ogen. Immers zijn wereldtitel leverde hem zo’n slordige vijf miljoen extra bonus op en dat kwam bovenop de 25 miljoen dollar die hij per jaar verdient met deze benzineslurpende autosport. 


Een autosport die - en laten we eerlijk wezen - niet meer past in de plannen om de klimaatcrisis aan te pakken. Anders blijven we alsmaar vroem vroem rondjes rijden. Maar dat laatste wil Max Verstappen juist nog een hele poos doen. Max is meer gecharmeerd van het zeer gunstige belastingklimaat in het Prinsdom Monaco. Waarom ook belasting betalen als het anders kan? En zo heeft Max Formule 2 bedacht om ons belastingcircuit te snel af te zijn. Maar daar hoor ik niemand over, want Max Verstappen is de nieuwe messias en die betaalt geen belasting.

En Max Verstappen heeft juist heel Nederland tot fan heeft gemaakt van de Formule 1, zegt Jumbo Frits. Op zijn Cruijffiaans zeg ik: als ik zou willen dat ik dit begrijp had je het wel beter uitgelegd, Frits!. 



vrijdag 10 december 2021

Het verschil maken!

 Het verschil maken. Hoe doe je dat en wie maken het verschil? Moet je een talent zijn om het verschil te kunnen maken? Of kan iedereen het verschil maken? Veel vraagtekens. Ik ga hiervoor terug naar dinsdag 7 december naar de ‘Dag van de Vrijwilliger’. Op deze dag werd de vrijwilliger - die zich belangeloos inzet voor de gemeenschap -  in het zonnetje gezet. Ik doe ook vrijwilligerswerk, maar wie niet eigenlijk. Iedereen doet weleens wat voor een ander. Een boodschap doen of zorgen voor een warme mantel om iemands schouders (de mantelzorger). Eigenlijk zijn de meeste Nederlanders vrijwilliger. Zeven december zou dus een nationale feestdag moeten worden! Of toch maar niet?


Voor mij niet, want ik heb weinig met de ‘Dag van de Vrijwilliger’. Er is haast iedere dag wel een dag van iets Vandaag was het ‘Paarse Vrijdag’. Wat het ook moge wezen. Ik wilde er eigenlijk helemaal niets over schrijven, maar ik werd getriggerd door een kaart die ik via de post kreeg van mijn vrijwilligersorganisatie. Op de kaart stond: ‘als vrijwilliger maak jij het verschil’. Bedankt! Punt. En, komt er nog meer?  Ja hoor. We hopen dat we ook in 2022 op jouw inzet kunnen rekenen. En dat schreef de bestuurder van mijn vrijwilligersorganisatie. Ik ken haar niet persoonlijk, maar iets in mij zei dat het zo wel heel gemakkelijk en goedkoop is om middels een kaart mij en al die andere vrijwilligers te bedanken. Vind je echt dat de vrijwilliger het verschil maakt, dan kun je als bestuurder ook het verschil maken door je vrijwilliger te verwennen met iets wat ertoe doet.


Gelukkig werd mijn dag toch heel leuk. Prinses Amalia werd 18 jaar en wordt misschien over een poos wel mijn koningin als haar vader er de brui aan gaat geven nu de populariteit van het koningshuis tanende is. Jammer genoeg was ik vergeten om de rood-wit-blauwe vlag buiten te hangen. Zou bij mij de liefde voor het koningshuis ook tanende zijn?  Helemaal niet. Als ik op tv het koninklijk gezin tijdens een fotosessie zie huppelen en lol met elkaar zie maken dan word ik helemaal blij. En potverdorie: wat blijft onze Máxima een betoverende schoonheid. Maak haar maar minister-president, dan verdwijnt misschien wel de tweespalt in ons land en het eeuwige beter weten.


Maar mijn dag werd nog leuker. De zon scheen uitbundig en ik mocht ook nog een afspraak maken voor een boosterprik in Boxtel. Over een week gaat de derde spuit erin. Nog even en ik ben verslaafd aan vaccins. En nu kan ik met een gerust hart naar het strengere Frankrijk om in Parijs kerstmis te gaan vieren. En of dat al geen goed gevoel gaf belde ook nog een medewerker van de VARA om te vragen of ik volgend jaar voor een schappelijke abonnementsprijs toch lid wil blijven van de VARA-gids. Van plezier heb ik mezelf op een lekkere tompouce getrakteerd. Dit om mijn vrijwilligersdag, de verjaardag van Amalia en mijn snelle afspraak bij de het prikcentrum te vieren. En zo zorgde deze kleine dingen voor het verschil!

vrijdag 3 december 2021

Voorspellen


De winter is officieel begonnen, las ik. Laat ik nou altijd gedacht hebben dat 21 december de startdatum was van de winter. Edoch niets is wat het lijkt. Shakespeare zei het al. Of het echt winter wordt is volgens weerexperts van het KNMI nog ongewis. De kans is niet zo groot, want boven de Noordpool blijft het weer rustig. De kans op koude uitbraken is daardoor minder groot. Maar klopt dit? Nee, zegt Piet Paulusma van omroep Max. Lange tijd was hij op tv voor SBS6 de weerman totdat ze genoeg van zijn afgezaagde verhaaltjes hadden. En klaar was Piet met het weer, maar niets is zo veranderlijk als het weer. Dus is Piet nog steeds weerman. En intussen is Piet Paulusma nog steeds de bekendste weerman van ons land, als ik dat mag geloven. Enfin, Piet Paulusma heeft ook een wintervoorspelling gedaan. Volgens Piet kunnen we ons opmaken voor een stevige winter met sneeuw en ijs. Dat is heel wat anders dan de weerexperts van het KNMI zeggen. Hij hoopt wel dat zijn voorspellingen uitkomen of in ieder geval deels. 


Voorspellingen! Het is glazen bol werk. Wat ik moet daar in godsnaam nog mee, het loopt altijd anders. Heb ik met veel enthousiasme een fietsknooppuntenroute gepland dan zegt buienradar dat het gaat regenen. Dus blijf ik thuis. Maar het gaat niet regenen. Het wordt hooguit een beetje dreigend, de regen is in geen velden of wegen te bekennen. Mijn partner zegt altijd: je moet die weervoorspellers niet geloven, ze voorspellen het meestal fout. Je moet afgaan op je eigen gevoel, je eigen intuïtie. Makkelijk gezegd. Ik word er onzeker van. Daarover gesproken. Zo stond ik afgelopen zondagavond  bij AH voor het koelvak met allerlei kant-en-klaar maaltijden van boerenkool tot salades. En omdat het zondag was wilden we het gemakkelijk doen en met het bord op schoot naar Podium Witteman kijken. Mijn partner is gek op de maaltijdsalade van AH. Ik niet, want dat ik vind ik zo’n koude plons in mijn maag. 'Je zult wel voor mij met een maaltijdsalade thuiskomen', voorspelde ze. 


Ik wilde haar voorspelling natuurlijk niet uit laten komen, dus drentelde  ik voor het koelvak heen en weer. Misschien dan toch maar een pizza, want die waren twee-voor-een, maar ik vind de bami saté ajam ook lekker. Dan toch maar een maaltijdsalade en een bami? Een paar mensen hadden al gevraagd of ze er even bij mochten. En toen stootte ook nog per ongeluk een AH-medewerkster, die bezig het vullen van het vak aan de overzijde, met haar achterste tegen mijn achterste. Ze verontschuldigde zich meteen. Ze wilde natuurlijk geen #MeToo-tje aan haar achterste. En me to ook niet, maar ik realiseerde me wel dat ik behoorlijk in de weg stond. Toch maar snel de pizza’s gepakt en hop naar huis. Mijn partner was al lang blij dat haar voorspelling niet was uitgekomen. Ja, zei ik: zo gaat dat met voorspellingen, het blijft glazen bol werk!


vrijdag 26 november 2021

Normaal doen!

 Het is me toch wat! Doe eens rustig, doe eens normaal’. Dat hoorde ik een vrouw zeggen die achter mij liep. Ze had een niet te vermijden stem.  Hoe noem je dat? ‘Een stem als een oordeel’. Tsja, wat doe je dan? Omkijken natuurlijk. Ze was alleen. Heeft ze het nou tegen zichzelf? Het eerste wat ik dacht: doe eens normaal. En dat denk ik steeds vaker, want regelmatig kom ik  mensen tegen die hele verhalen vertellen terwijl ze alleen lopen, maar dan blijkt dat ze een oortje in te hebben en gewoon tegen iemand aan het lullen zijn. Da’s toch niet normaal?  Maar wat is nog normaal in dit land? In de krant las ik dat we normaal doen helemaal zijn verleerd. Dat is nou weer enigszins overdreven, maar toch! Er is wel iets mis.


Vorige week was ik bij een theatershow van Maarten van Rossem. Heel toevallig, want ik had een vrijkaartje gekregen omdat ik zo’n aardige man bent die normaal heel normaal vindt. Ja, Maarten van Rossem. Je kent de oude brombeer vast wel. In zijn show zei hij dat 15% van de bevolking volslagen idioot is. Ik moest even slikken toen hij dat zei. Hoe komt hij daar nou bij? Maar Maarten zou Maarten niet zijn als hij zijn uitspraak niet zou onderbouwen. Zo’n 15% stemt op partijen zoals de PVV of FvD en dat levert niets  goeds op, want die partijen zorgen voor nog meer verdeeldheid in de samenleving. Ook wil 15% geen vaccinatie om nogal vreemde drogredenen, aldus Maarten. 


Hij heeft een punt, dacht ik. Zo’n 15% zorgt voor ongemak, draagt bij aan een splijtzwam in de samenleving. Schreeuwt bijna letterlijk moord en brand als het hen niet zint. En de zwijgende meerderheid - waaronder ik - kijkt toe en verbijt zich in stilte en roept zachtjes: doe eens normaal! De shit waar we nu in zitten had voor een substantieel deel voorkomen kunnen worden als we meer gemeenschapsgevoel hadden getoond. Dat heeft de zwijgende meerderheid wel gedaan, maar dat heeft een kleine groep en dan kom ik weer op de 15% van Maarten van Rossem niet gedaan. 


Die groep voelde zich aangetast in hun vrijheid, wat dat ook moge zijn. Deze groep zet nogal de hakken in het zand. Laat zich misschien wel opjutten door Baudet die al een hele poos van het padje is en als het erop aankomt het hazenpad kiest. Ik snap best dat het geloof in de politiek zo goed als op is. Zelf ben ik ook niet enthousiast meer, er is te veel stuk gemaakt en te veel mensen zijn in de kou gezet. Ook ik wil nieuwe frisse leiders op het pluche in Den Haag, want het spel van beloven en niet doen is voorbij. Ik wil leiders die, los van politieke kleur, ons weer in de goede richting gaan sturen en écht doen wat ze beloven. Investeren in de dingen die ertoe doen zoals zorg en welzijn moeten weer normaal worden.


maandag 15 november 2021

Brabantse lulligheid


  Het is al wat jaartjes geleden dat ik mijn laatste ‘ingezonden brief’ naar de redactie van het BD heb gestuurd. Ik had me voorgenomen om geen brief meer te sturen naar de krant. Het was mooi geweest. Tot afgelopen donderdag, de elfde van de elfde. Op die dag kleurde het Bossche centrum roodwitgeel. ‘s Morgens rond elf uur fietste ik over de Markt en er klonken al carnavaleske muziekskes. Ik kreeg zowaar weer zin om carnaval te vieren, dat gevoel had ik jaren niet meer gekend. Komt vast door corona, zou mijn verpleeghuismaatje zeggen. Het klinkt misschien gek, maar de liefde voor carnaval dooft nooit. Op een of andere manier blijft carnaval toch in mijn vezels zitten. Het blijft een mooi feest, maar daar denken een tweetal columnisten anders over. En nu in coronatijd helemaal, want ook dan is een dagje gereguleerd elf-elf vieren not done. Dat zal best. Dus om van het gedoe af te komen kunnen we maar beter met z'n allen doorprikken, anders gaat het verraderlijke virus wellicht nog zijn lustrum halen. 

En dan hoeven de twee columnisten hierover niet meer te schrijven, immers de columnist van de Telegraaf schreef dat Oeteldonk voortaan Oenendonk heet. Leuk gevonden en daar valt mee te leven.  BD-columnist Tony van der Meulen daarentegen ging in zijn column over het vieren van elf-elf midden in de pandemie voor mij een stap te ver. Hij schreef onder meer: ‘het is een breed Brabants probleem, lulligheid is hier troef’. Tja, toen ik werd ik wel een beetje boos. Een beetje maar, want het was elf-elf en uit mijn Sonos box klonk ‘Bij ons staat op de keukendeur, het is niet altijd rozengeur’. Toch had de columnist van het BD me verleid tot het schrijven van een brief naar de opinieredactie van de krant. In de krant hebben ze nog een rubriek: ‘ingezonden brieven’. Dat klinkt ouderwets, want iedereen stuurt zijn/haar reactie op iets via de email.  Wie doet nog een getypte brief in een enveloppe, doet er een postzegel op en hop in een van de nog spaarzame brievenbussen? Dat zou pas lullig zijn. 

En zo schreef ik met enige tegenzin toch maar een digitale brief naar de opinieredactie van de krant. Ik wilde niet alleen onze burgemeester een hart onder de riem steken, maar ook Tony van der Meulen op zijn plaats zetten over zijn denigrerende opmerking over de Brabanders. Hoezo is lulligheid troef in ons Brabantse land? Komt dat omdat wij van carnaval houden, ook al is het even- zoals nu - geen rozengeur? Uit zijn column begrijp ik dat onze columnist absoluut niet van carnaval houdt. Sterker, hij vindt het een voorrecht om daar niet bij te horen. Dat mag, maar grossieren we daarom in typische Brabantse lulligheden of doen we nog meer niet goed? Trouwens, ik vind lulligheid helemaal geen typisch Brabants probleem, maar een gewoon probleem. Neem nou onze demissionaire regering, daar is lulligheid pas troef. En nu ben ik, op z’n typisch Brabants gezegd, voor even uitgeluld!


zondag 7 november 2021




Het Land van (N)ooit!



Toen ik vanmorgen wakker werd hoorde ik in mijn hoofd weer Amira Medunjanin zingen, een zangeres uit Bosnië-Herzegovina. Zij was gisteravond samen met Capella Amsterdam een van de gasten bij November Music in het Jheronimus Bosch Art Center. Ze zong met veel emotie in haar stem twee prachtige volksliedjes uit de Balkan. Het raakte me, het was zo intens mooi dat ik er bijna een traan om moest laten. Dat had best gekund, want ik zat op de eerste rij. Alleen zangers Amira zou het misschien hebben gezien. Intussen hoor ik dat in haar land ook weer een gespannen toestand heerst, terwijl hen ooit een beter leven was beloofd. En zo moest ik uit het niets ineens denken aan Het Land van Ooit. Ik heb er geen verklaring voor, maar wat later zag ik parallellen met de situatie nu. 

In 1989 werd in Drunen ‘Het Land van Ooit’ geopend. Het moest allemaal echt lijken. De inwoners waren Ooiters en anderlanders niet-Ooiters. In het 'Land van Ooit' werd ook een vreemde valuta gehanteerd, namelijk de OoitSent. Maar 'Het Land van Ooit' werd 18 jaar later 'Het Land van Nooit'! Alles wat de familie Taminiau had opgebouwd liep door wangedrag en -prestaties als douchewater door het rioolputje. Ook de onderlinge familieband was naar de vaantjes. En zo veranderde dromen in nachtmerries.


En nu heb ik toch het gevoel dat we zachtjesaan in een soort van nachtmerrie aan het belanden zijn. Ooit bevonden we ons bij de beste landen van Europa. Alles hadden we goed voor elkaar, althans dat hoorde ik onze regering roepen. We hadden de beste zorg, het bijna beste onderwijs, een prima infrastructuur, een goed woningbeleid en wat nog meer zij. De zorgen om het klimaat waren er wel, maar onvoldoende. Het klimaat was vooral een linkse hobby, vond de VVD. En de VVD is onder leiding van Mark Rutte al jarenlang nog steeds de grootste partij en daar komt, vermoed ik, geen verandering in omdat veel mensen het wel prima vinden van wat de VVD doet voor ons land. 


Intussen staat de zorg op springen, Worden de rijken rijker en rijker. De zeespiegel stijgt, de aarde wordt allengs warmer en warmer. Maar wat zie ik op tv bij de klimaatconferentie in Glasgow: een paar letterlijk slapende wereldleiders. Mark Rutte roept op de klimaatconferentie in zijn steenkolen Engels dat in het zuiden van ons land het water letterlijk aan de lippen heeft gestaan

De mensen die in het gasschadegebied wonen zijn net als de mensen van de toeslagaffaire nog steeds in afwachting van Sinterklaas en iedereen weet dat de Sint niet bestaat. Er vallen treinen uit omdat er te weinig verkeersleiders zijn. Het ziekteverzuim in de zorg is zorgwekkend. En er is een groep mensen die wars is van het vaccin tegen corona. Ik hoor hierover allerlei (complot)theorieën die mij doen huiveren. Kortom, de wal keert het schip. Nog even en we worden inderdaad 'Het Land van Nooit'!


zondag 31 oktober 2021

 Mijmeren



In een heerlijk herfstzonnetje wilde ik op het terras gaan mijmeren over wat mijn nieuwe levensjaar - nu ik er weer een jaartje bij optel - zou gaan brengen. Ik had net een flinke wandeling gemaakt en dat voelde ik wel. De elasticiteit van mijn lijf wordt minder. Kortom, ik had wel een kopje koffie verdiend. Vlak naast mij zaten drie kakelende chique geklede vrouwen van rond de vijftig te genieten van een glaasje witte wijn en te happen in net iets te hete bitterballen. Het was vier uur, en dan kan een wijntje wel. Ofschoon er bij mij altijd de vijf in moet zitten alvorens aan een biertje te gaan. Althans dat maak ik me wijs. De drie dames waren zo te horen  hartsvriendinnen. De geur van hun parfum woei als een blad in de herfstwind om me heen. Naast hun stoelen stonden  goed gevulde milieuverantwoorde papieren tassen van een of andere betere modezaak. 


Ze waren in ieder geval niet van de C&A, want dat is meer voor het gewone volk met een dunnere portemonnee. Er werd veel gelachen, maar ineens werd het heel even serieus. Een van de drie dames vroeg aan, ik noem ze voor het gemak Jacqueline: ‘sta je alweer open voor een nieuwe relatie? Het was even stil. Kennelijk had Jacqueline niet op deze vraag gerekend. Maar ze herpakte zich en zei: misschien wel als hij maar een vette bankrekening heeft. Wederom veel gelach en daarna ging het weer over koetjes en kalfjes. Of Jacqueline dit nou grappig of serieus bedoelde dat weet ik niet en dat durfde ik haar ook niet te vragen. En zo kwam van het mijmeren over mijn nieuwe levensjaar weinig terecht. 


Waarom gaat het altijd ook over dat verrekte geld?, dacht ik. Het is kennelijk een levenselixer ofwel opium voor een bepaalde groep mensen in onze samenleving die onbekommerd zich alles kunnen permitteren. We weten inmiddels dat er ook een groep mensen is die niet meetelt in onze samenleving, want zonder geld ben je nergens, laat staan met schulden. Deze groep wordt genaaid door in dit geval de belastingdienst. In hun slogans roeptoetert de belastingdienst: ‘leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker’. Gemakkelijker voor wie? In ieder geval voor de hoogste ambtenaar van de provincie Noord Brabant. Marcel van Bijnen liet, want zo heet de van geen kwaad bewuste man, zich een paar jaar lang op kosten van de belastingbetaler door het land rijden. Het kostte ons als belastingbetaler het luttele bedrag van 37.292, 43 euro. 


De hoogste Provinciebaas hoeft dat bedrag niet uit zijn goedgevulde beurs terug te betalen, want zegt de woordvoerder van de Provincie: we zetten er een streep onder! Ach, het is ook een peulenschilletje in vergelijking met andere witte boorden oplichtingspraktijken. Waar hebben we het over? We scherpen de regels aan en klaar is kees. En de boer ploegde voort. Ik moest weer even denken aan de mensen die op een vreselijk nare manier de dupe zijn geworden van die achterlijke toeslagenaffaire. Waarom heeft de verantwoordelijk minister toen niet geroepen: we zetten er een streep onder. Daar kan ik wel over blijven mijmeren!


donderdag 21 oktober 2021

 


Herfst


Het is herfst. De dagen worden korter, de bladeren dansen in de wind. De klok gaat volgend weekend een uur terug om zo het daglicht wat op te rekken. Niet iedereen vindt dat fijn, want de wintertijd ontregelt mensen. Ze raken net als de klok een poosje van slag totdat de gewenning er is. Nee, van mij mag de klok op zomertijd blijven tikken, want ik zie amper de voordelen. Bovendien heeft de wintertijd toch geen enkele invloed op de temperatuur. In de herfst schommelt de temperatuur overdag tussen de 10 en 16 graden. De zon laat zich amper zien, en als ie wel schijnt is het een schraal zonnetje. Zomertijd of wintertijd, dat maakt niets uit. De thermostaat moet ‘s avonds toch een paar graadjes hoger, maar doe ik nu met enige aarzeling nu de gasprijzen ontploffen. Misschien toch maar een dikkere trui aantrekken, want ijsberen door het huis is ook geen optie. 


Ja herfst. De bladeren aan de bomen of struiken kleuren prachtig rood, geel of oranje. Het landschap verrast ons met vele tinten groen. Ook de afgevallen gele bladeren op straat geven mij een herfstgevoel. De bomen tegenover mijn appartement worden zachtjesaan kaal. Dat vind ik niet vervelend want dat geeft mij weer een wijde blik op het Het Bossche Broek. Maar waarom wordt de ene boom kaal en de andere niet, daar kan ik weleens over mijmeren. Het  blijkt dat sommige bomen bladeren hebben die dikker en leerachtig zijn. Dus gewoon sterker en daarom verliezen ze geen blad. Was ik maar een boom met dikke bladeren, verzucht ik een beetje jaloers. Immers mijn haardos wordt ook wat dunner, daar helpt geen lieve moeder aan. Ook niet de Alpecin shampoo, terwijl dat wel wordt beloofd.


Desondanks heeft de herfst veel positieve effecten lees ik in de ‘Flessenpost’ blog opgetekend in Bergen aan Zee. De herfst schijnt beter te zijn voor je gemoed. Dat snap ik nou niet zo goed, want er zijn mensen die juist in de herfst gaan somberen. Maar dat is helemaal niet nodig, zegt de 'Flessenpost'. Ben je somber, ga dan naar buiten en snuif de herfst op, dat brengt lichtheid in je hoofd, zorgt ervoor dat je er dieper van gaat slapen. Eigenlijk is het herfstseizoen goed voor je mentale gezondheid, zegt de ‘Flessenpost’. 


Of dat niet genoeg is heeft de herfst nog meer in petto. Ze biedt ook een vorm van troost. Aha, nou snap ik waarom op een condoleancekaart vaak herfstbladeren staan. Maar nu komt het. De herfst is ook goed voor je liefdesleven, nodigt uit tot samen knus knutselen onder het dekbed. Ik zie dat toch even anders, want  ik zet de thermostaat - uit een zuinig stoken overweging -  juist vroeger lager. Dan ben ik blij dat ik rond middernacht mijn inmiddels koude lijf onder mijn eigen dekbed kan verstoppen om weer warm te worden. Knusser dan dat wordt het niet. Enfin, de ‘Flessenpost’ heeft zijn/haar stinkende best gedaan om het herfstseizoen te promoten, maar ik blijf toch een zomermens!


vrijdag 15 oktober 2021



Welvaartskloof





In de Volkskrant werden mijn ogen naar de quote ‘ Zo heb je een bubbelbad, zo zit je aan de bedelstaf’ getrokken. Het artikel ging over de groeiende welvaartskloof in ons land. Ik was net thuis van het boodschappen doen. Da's best vermoeiend, zeker als je klant bent van AH die je met allerlei bonusaanbiedingen in de sfeer van twee-voor-een om de oren slaat! Ook krijg ik van AH wekelijks een mailtje met daarin de verrassingen in mijn bonusbox.  

AH weet precies mijn koopgedrag en dat maakt het voor hen gemakkelijk om mij te overspoelen met aanbiedingen waar ik eigenlijk niet omheen kan of ik ze nou nodig heb of niet. Kortom, ik heb een luxeprobleem. Maar ik heb de mazzel of het geluk dat mijn financiële situatie vrij zorgeloos is. Nadat ik mijn volle boodschappentas op het aanrecht had gezet was ik toe aan een kopje koffie. Na al dat gesjouw van de boodschappen had ik wel een beloning verdiend: een heerlijk vegan saucijzenbroodje. Vegan, goed hè!


De VK lag nog steeds open op het artikel over de welvaartskloof, notabene op pagina 13. Pagina 13? Is dat niet toevallig?  Dertien wordt immers meestal geassocieerd met het ongeluksgetal! Het verhaal ging over Larissa en Dorine, twee vriendinnen die beiden ooit leefden in weelde. Larissa doet dat nog steeds, maar Dorine leeft van de bijstand en dat is sabbelen geblazen. Haar schrijnende verhaal toont aan hoe het in ons zogenaamde rijke land ook kan gaan en steeds vaker gaat. Mijn saucijzenbroodje smaakte ineens minder lekker. Gelukkig heeft Dorine aan de rijke Larissa een goede en trouwe vriendin die haar zo af en toe ook de nodige bijstand verleent. Dat is voor haar een geluk bij een ongeluk. 


Als ik dan vervolgens in datzelfde artikel lees dat de rijkste 10% ruim 1,5 keer zoveel heeft als de rest van Nederland vraag ik me af: waar moet dat heen, hoe zal dat gaan, waar komt die rotzooi toch vandaan? Barend Servet zong dat in 1973 en het werd prompt een hit. Waar het heen moet weet ik niet, maar wat ik wel weet dat het niet goed gaat. De sterren zijn ons vast niet goed gezind. Het coronavirus blijft ons alsmaar bestoken, de stijgende huizenprijzen zijn met dank aan de huisjesmelkers om gek van te worden, de klimaatproblemen stapelen zich op, het demissionaire kabinet doet ook maar wat, de zorg baart zorgen en ook neemt de geldverslaving toe.


En of dat al niet genoeg is rijzen ook nog eens de energieprijzen de pan uit. Nog even en ik ga het dubbele betalen voor mijn energie nu we meer en meer zijn aangewezen op gas uit het buitenland. En dan met name uit Rusland en laat dat niet onze beste vriend zijn. Ik kijk ernaar en word meegezogen in de waan van de race om het gas. Nu zal de prijsexplosie de rijkste 10% een worst wezen, want die voelen dat amper in hun dikke portemonnee. Bovendien zitten de rijken vaak achter het stuur als het om vraag en aanbod gaat. Is de vraag groot? Dan doen we de prijs toch omhoog. En zo gaat dat al jaren. En zo wordt de welvaartskloof alsmaar groter totdat het een brug te ver is!


donderdag 7 oktober 2021

C'est formidable!



C'est formidable!

Inmiddels ben ik alweer ruim een week terug uit wat ik noem mijn Spaanse paradijsje Fuengirola. Daar lachte de vriend(in) de zon mij iedere dag toe. Nu  eenmaal terug in het Bossche voelt alles anders. Om te beginnen het weer. Het is nat, winderig en fris. Mijn dagelijkse outfit bestaat nu weer uit een lange broek, een T-shirt, een overhemd een pullover en een jack als ik naar buiten ga. In het BD las ik dat het herfst is. Dat had ik zo ook wel kunnen vertellen. De krant schreef: ‘herfst, en dat betekent ruim baan voor…. kerst? Het lijkt nog ver weg, maar de tijd begint eigenlijk al te dringen’. Het moet niet gekker worden. We vinden al dat alles zo snel gaat, maar vergeten dat we er zelf steeds een schepje bovenop doen. Bij AH zag ik al dozen chocoladeletters van A tot Z  uitgestald liggen. Nog net geen kerstkransjes of gekleurde kerstballen.


Maar niet overal gaat het snel. Neem nou de Haagse politieke arena. Daar gaat het juist tergend langzaam. Daar doen ze vooral hun best om het nog beetje geloof in de politiek om zeep te helpen. Ken je het bordspel ‘mens-erger-je-niet’ nog? Ik heb vernomen dat de vier boter-op-hun-hoofd demissionaire regeringspartijen dit spel de komende weken gaan spelen. Uiteindelijk blijft er, denk ik, een speler over en dat is Mark Rutte. Die man is van gewapend beton én daar is geen enkele sloophamer tegen opgewassen. Mark Rutte blijft de Haagse veldheer die kwam, zag en overwon. 


Word ik daar blij van? Om de dooie dood niet. Gelukkig word ik wel blij van het tv-programma ‘Chansons’ met de hoofdrolspelers Rob Kemps en Matthijs van Nieuwkerk, intussen twee echte maatjes. Ik kan iedereen aanraden, zeker wanneer je neigt naar somberte om naar het programma van deze twee mannen te kijken. Want als je daar niet blij van wordt dan is het écht slecht met je gesteld. Rob en Matthijs vertellen met passie en hartstocht over de geschiedenis van het chanson. Ik heb nu drie afleveringen gezien en op z’n Frans gezegd is dat C’est formidable! Zij hebben het Franse chanson weer tot leven gebracht. De haast vergeten namen van Édith Piaf, Jacques Brel, Serge Gainsbourg, Dalida en Charles Aznavour zijn als ware uit de dood opgestaan. 


Ik herinner me nog een verjaardagsfeestje op een mooie zondagmiddag. Het was zomer 1975. We zaten met z’n allen in de tuin gezellig te beppen en biertjes te drinken. In de keuken stond de transistorradio op 1. Het was zondagmiddag, dus tijd voor het sportprogramma ‘Langs de lijn’. Nadat verslaggever Evert ten Napel ons op de hoogte had gesteld van de tussenstand van Ajax- Sparta was het tijd voor muziek. Het was tijd voor een Frans chanson. En daar klonk Dalida met ‘Gigi L'amoroso’. Het volume ging omhoog en iedereen zong mee. Toen ik afgelopen week naar ‘Chansons’ keek kwam dat beeld weer bij mij terug. Het emotioneerde me, maakte mij weemoedig, maar ook blij. Het verlangen om weer naar chansons te gaan luisteren is helemaal terug. En ook het verlangen om weer eens naar Parijs te gaan. Ik heb zin om net als Rob en Matthijs te gaan struinen door Montmartre, Quartier Latin, en nog veel meer wijken. C’est formidable!


zondag 26 september 2021

El Tintero

Het laatste weekend in het Spaanse is bijna finito. Ik weet nog dat ik op 2 september in Eindhoven in het vliegtuig stapte van Transavia om drie uur later te landen op Malaga Airport. Nu kan ik komende dinsdag weer mijn boardingpass gaan downloaden. Om in Spaanse sferen te blijven: ‘el tiempo vuela’. En dat is ook zo. Hier aan de Costa del Sol geldt qua tijdsbeleving dat  de dagelijkse 24 uur snel gaan. Ook in het relaxte Fuengirola is geen ontkomen aan. In mijn vorige Spaanse column had ik gezegd dat ik niet zoveel meer hoefde, maar ik had natuurlijk stiekem wel een to-do lijstje in mijn hoofd. Dat lijstje heb ik, ondanks el tiempo vuela, wel zo’n beetje kunnen afwerken. 


Zo ben ik afgelopen zaterdag nog een keertje met de bus naar Malaga gegaan. Voor weinig geld brengt de bus mij naar Malaga en het aardige is dat je bij de buschauffeur nog gewoon een kaartje kunt kopen. Je moet dan wel contant geld in je portemonnee hebben, anders wordt het een mijl op zeven. De bus stopte vlakbij bij biketours Malaga. Bij dit fietsverhuurbedrijf had  ik een fiets had gehuurd. Ik vertelde de medewerkster dat ik naar restaurant El Tintero wilde fietsen. 'U wilt geen ebike?', zei het jonge meisje nadat ze mij vorsend had aanschouwd. Nee hoor, een gewone fiets is geen probleem. 'Het is wel bijna 10 kilometer fietsen hoor'! Het was lief bedoeld van haar, maar met een fiets met vijf versnellingen lukt mij dat nog wel. Al mis ik wel mijn ebike die thuis braaf in de berging op mij staat te wachten. 


Restaurant El Tintero, in het Nederlands: De Inktvis, ligt in het vissersdorpje El Palo, dat inmiddels is opgeslokt door Malaga. Dit restaurant was mij aangeraden door Rianne, de fietstourbegeleider in Malaga. Alles is daar anders. Ze hebben geen menukaart, maar de obers lopen langs met allerlei gerechten alsof het koopwaar is, vertelde ze. Je snapt wel dat mijn interesse was gewekt. Dat was wel een fietstochtje van een kleine 10 km op een ‘gewone’ fiets waard. Bovendien was het geen straf om met de koperen zon hoog aan de hemel langs een kilometerslange boulevard te fietsen.


Na zo’n drie kwartier was ik bij het spraakmakende restaurant dat pal aan het strand ligt. Het was 13.00 uur en nog niet zo druk, maar dat veranderde snel. De hongerige, vooral Spanjaarden, werden talrijker. Ik vond gelukkig snel een tafeltje waar ik alles kon overzien. Ik bestelde een copa vino blanco en wilde om de menukaart vragen. Fout dus! Er is geen menukaart. De langslopende obers zijn de menukaart. Ze komen al roepend als marktkooplui voorbij met paella, mosselen, gamba’s, boquerones, sardines en nog veel meer. Jezus, wat ik moet nou bestellen? 

Het gaat zo snel, maar gelukkig lopen er heel veel obers rond met gevulde borden. Daarnaast lopen er kelners rond die de drankjes verzorgen. Ze houden nauwlettend in de gaten of je glas nog gevuld is, anders komen je wel even manen voor nog een drankje. Het loopt allemaal als een met olijf geoliede machine. Het is een waar spektakel, een Spaans eetvermaak theater. Ik had een salade op, gamba’s piri piri en boquerones. Ik wenkte de incasseur in het groene jasje. Hij knikte vriendelijk, maar vroeg niets. Op het inmiddels smoezelig geworden papieren tafellaken schreef hij precies wat ik moest betalen. Rianne had gelijk. Restaurant El Tintero is vermaak en is een es una cosa que hacer!

zaterdag 18 september 2021

Aan de Costa del Sol, tingeling (2)



Inmiddels ben ik ruim twee weken in Fuengirola aan de Costa del Sol. En Costa del Sol klopt nog steeds, want de zon schijnt er voortdurend voor eenieder die ‘m willen binnen laten. Als er al een god bestaat dan is de zon de god voor mij. Wat is er goddelijker dan iedere morgen te worden gewekt door de zon? Dat voelt al meteen heel relaxed bij mij. De Haagse politici zouden ook meer de zon moeten omarmen, dat zou helpen om meer tot elkaar te komen in plaats van elkaar constant te bestoken met ‘eigen’ wijsheden die niks oplossen. 


Nu mijn ‘eigen’ wijsheid. Ik begin de dag met een kopje koffie op mijn eigen terras en het meditatief kijken naar de eindeloze blauwe lucht. En wat ga ik dan doen? Ja, wat dan? Eigenlijk hoef ik niet heel zoveel meer. Dat klinkt suf en zo is het ook bedoeld. Nou ja, ik doe nog wel wat in Fuengirola. Ik lees boeken, kijk spannende series, wandel en schrijf. Maar de honger naar van alles bekijken van wat er aan bezienswaardigheden in de Top 10 staat is minder dominant geworden. Ik hoor de lezer zeggen: ‘je hebt ook al zoveel van de wereld gezien en dat is helemaal waar. Dat zal het zijn! 


Terwijl ik dit allemaal vertel heb ik intussen een vierdaagse trip naar Sevilla gemaakt. Ik kan het toch niet helemaal laten, de honger is nog niet helemaal gestild. Met de bus naar Sevilla is een lust voor het oog, de schoonheid van Andalusië en zijn witte verstilde dorpen glijden zachtjes aan mijn ogen voorbij. Busbedrijf Alsa rijdt vier keer per dag vanuit Malaga naar Sevilla. In precies twee uur en 45 minuten sta je dan op het Plaza de Armas en van daaruit is het zo’n vijftien minuten lopen naar het ijkpunt van Sevilla: de gotische kathedraal ‘de Santa Maria de la Sede’. Heel vroeger stond hier de Moorse hoofdmoskee. Maar nu is Sevilla met zijn vele kerken héél katholiek. Misschien moet het CDA maar naar Sevilla verkassen, daar geloven ze nog! 


Sevilla is een doolhof van smalle straatjes waarin je helemaal verloren kunt raken. En daar middenin lag ook mijn hostel. Maar wel vlakbij het uitbundige  en groene Plaza de Alfalfa. De naam alfalfa klinkt vegetarisch, maar daar heb ik weinig van gemerkt. Op het Plaza zijn veel terrassen waar je kunt drinken en tapas kunt eten. Ik bestelde een caña. Je leest het: mijn Spaans is er in korte tijd iets beter op geworden, want in mijn vorige column zei ik nog canja. 


Mijn verwelkoming op Plaza de Alfalfa was - waarschijnlijk toevallig - allerhartelijkst. Een groepje Sevillianen zong gepassioneerd flamenco-achtige volksliedjes. Ik vermoed dat ze zullen waarschijnlijk wel over de liefde zijn gegaan, zo gaat dat meestal. Net als in Malaga had ik Sevilla een fietstour geboekt, want dat is een prima manier om een stad te verkennen. En ook dit keer kwam fietstourbegeleider uit het Bossche. De wereld is toch klein. Teun had vier jaar geleden gekozen voor een Spaans avontuur, werd verliefd en woont nog steeds in Sevilla. Hoe mooi kan het zijn. Teun vertelde met veel enthousiasme over de geschiedenis van de stad en loodste mij feilloos door het labyrint van de binnenstad. Het was genieten, maar toch ben ik blij dat ik terug ben in Fuengirola. Suf hè!





I

vrijdag 10 september 2021

Aan de Costa del Sol, tingeling

Ik heb voor een maand een optrekje in Fuengirola gehuurd. Nu woon ik zo’n beetje tussen de Spanjaarden, heel relaxed allemaal. Alles dichtbij: de zee, het strand, het restaurant en de Mercadona. Mijn Spaans is beroerd, heel beroerd. Het eerste woord dat ik ooit leerde was cerveza. Nu zeg ik op het terras: ‘por favor a canja’ en dat snappen ze meteen. Toch iets bijgeleerd. Het aardige is wel dat ze de moeite doen om mij te begrijpen als ik een vraag heb of iets leuks wil zeggen.

Fuengirola is inmiddels een uit de kluiten gewassen stad geworden. Wat de betekenis van de naam Fuengirola is weet ik niet. Het klinkt een beetje Tirools, maar het is op en top Spaans. Het is een gezellig stad aan de Costa del Sol en daar gaat het mij om. De zon schijnt er uitbundig. De meesten van mijn lezers kennen natuurlijk nog het liedje: ‘Het was aan de Costa del Sol, tingeling, tingeling. Daar sloeg mijn hartje op hol’. Nou zo erg is het nou ook weer niet, mijn hart slaat niet zo gauw meer op hol. Alhoewel, er lopen veel Spaanse schonen in Fuengirola. Vooral op zondag paraderen en flaneren de Spaanse vrouwen, vaak met hun partner, (dat nou weer wel) langs de eindeloos 8 km lange boulevard.


Zo’n lange boulevard nodigt uit om te kuieren, naar het strand te kijken waar mensen zich laven in de zon. De lucht vertoont zo af en toe een romantisch sluierwolkje. Het enige minpunt is dat de verleidingen groot zijn en dan bedoel ik de uitnodigende menukaarten in de strandtenten. Voor slechts vijf euro kan ik me te buiten gaan aan de op houtskool klaargemaakte sardines opgevrolijkt door een heerlijk glas Rioja witte wijn voor de prijs van 2 euro. Kom daar maar eens om in het Bossche. Mijn fooi is nu wat guller. Maar dat komt ook omdat de Spanjaarden best veel hebben geleden onder het strakke corona regime. De Spanjaarden zijn peur en de meesten dragen zelfs buiten nog een mondkapje. De schrik zit er kennelijk nog goed in. Ze willen - denk ik - niet terug naar dat strakke coronaregime. Maar los daarvan, ze luisteren in deze gewoon beter naar de overheid dan wij.


Tijdens een fietstour door Malaga ontmoette ik Rianne. Zij werkt al een poosje bij Bike Rental en woont al een paar jaar in Spanje. Oorspronkelijk komt ze uit Rosmalen. Dat schiep meteen een band, want ik heb jaren terug ook in dat stadsdeel van Den Bosch gewoond. Rianne organiseert drie uur durende fietstours door het bruisende Malaga. En dat valt niet mee, want Malaga is geen fietsstad. Dat merk je aan de ietwat verbaasde gezichten van de wandelaars en de toeterende automobilisten. Dat weerhoudt Rianne niet om met veel bravoure en enthousiasme ons door de stad te leiden. Ze is veel te blij dat de fietstours weer kunnen. Zelf heeft ze tijdens de coronapiek zo ongeveer drie maanden opgesloten gezeten op een appartement van 30 vierkante meter. Zo maar even een luchtje scheppen was er niet bij. Ja, voor snel boodschappen doen en dan weer vlug naar binnen. De politie hield de boel strak in de gaten. Maar Rianne kijkt niet meer terug, want ze vindt het leven mooi in Malaga! En dat snap ik!


vrijdag 27 augustus 2021

Het Zuiderpark, the place to be

 

Het Zuiderpark was dit jaar the place to be voor ophef en vertier. Normaal is het een bedaard park waar reuring wereldvreemd is, maar nu was alles anders. Daar zorgde creatieve en inspirerende theatermakers wel voor. Ik heb mooie voorstellingen gezien, al werkte de weergoden niet mee. Ook zij acteerden zo af en toe ongevraagd van bovenaf mee om ons te vertellen dat we het klimaatprobleem wel serieus moeten nemen. In het begin liep ik wat onwennig op de houten vlonders mijn rondje over het festivalterrein. Ik miste de intimiteit van de Parade. Dat hoorde ik ook wel om me heen, maar er kwam bij mij al snel een ander ‘samen zijn gevoel’ voor in de plaats. Daar zorgde ook good old Frits, zo’n beetje de Boulevardkomiek, wel voor. In alle vorige jaren regelde hij met humor en kwinkslagen bussen om theaterbezoekers naar de voorstellingen op locatie te vervoeren.  

Gelukkig was niemand in de ban van het nare coronabeestje, maar in de ban van de theatervoorstellingen. Het blijft bijzonder knap dat theatermakers, die vaak met weinig financiële middelen theater moeten realiseren, voorstellingen laten zien en horen die er toe doen. Ze brengen mooie verhalen, ze brengen relevante maatschappelijke thema’s. Dat is toch wat anders dan het ordinaire geld verdienen aan de verkoop van je villa zoals de Oerlemansjes dat in Los Angeles hebben gedaan. Even een winst maken van een slordige vijftig miljoen euro en dan nog zonder blikken of blozen zeggen dat het emotioneel gezien niet gemakkelijk was om de villa met negen badkamers te verkopen. Waar gaat dit in godsnaam nog over? Dit achterlijke verhaal zou een idee kunnen zijn voor een Boulevard theatervoorstelling in 2022. Een voorstelling over hebzucht, over de doorgeslagen walgelijke hang naar het vergaren van nog meer geld om net als Dagobert Duck het geldpakhuis te vullen. Dus op naar 2022! En voor mij is het Boulevardfestival in het Zuiderpark voorlopig the place to be. 


Tenminste als het mag. Er klonk namelijk ook kritiek. Het BD was er als de kippen bij om vlak voor de opening van het festival de kritiek van een paar mensen uit te vergroten in de krant, terwijl er keihard was gewerkt om het festival op deze wijze te organiseren en het voor elkaar te krijgen. Het heeft - denk ik - menig zweetdruppeltje en traantje gekost. Maar wat doet de krant? Op de dag van opening kopte de krant: ‘Festival Boulevard in het Zuiderpark. Leuk die reuring? Of zonde van het gras? Er was kennelijk onvrede bij een paar buurtbewoners. Dus kregen ze van de verslaggeefster een podium in de krant. Het handjevol buurtbewoners is vooral bang dat dit iets structureels gaat worden. ‘Een beetje leven hier is niet erg, maar we willen niet van april tot oktober evenementen voor de deur hebben en dit soort dingen horen in de binnenstad, niet in een park’. Het klonk allemaal nogal heel zuur. Wat jammer dat de verslaggeefster van het BD het belangrijk vond om over dat negatieve geklets te berichten zo vlak voor de opening van festival, terwijl we juist in een wereld vol ongemak verlangen naar meer positieve reuring. En daar heeft het theaterfestival in het Zuiderpark ruimschoots in voorzien. En dat gras dan? Dat overleeft het wel, dat is sterker dan de mensheid!

 

 

vrijdag 20 augustus 2021

Klote(n)



Zeg je nou klote of kloten? Dat is me niet helemaal duidelijk. Zoals veel dingen me niet meer duidelijk zijn. Met die wetenschap ben ik maar weer eens bij Piet op bezoek gegaan. Hij woont in het verzorgingshuis. Een plek waar ik niet zo graag kom. Iedere keer als ik daar naar binnen ga denk ik: dit is mijn voorland. Maar voor Piet zet ik graag deze gedachte opzij. Ik bel aan. Door het zijraampje zie ik Piet moeizaam opstaan. Hij pakt zijn stok en schuifelt naar de voordeur. Hij kan niet meer zonder stok of rollator, want vallen was zo’n soort van hobby. Maar verder gaat het nog wel redelijk met hem. Zijn hoofduurwerk loop nog steeds goed, soms loopt zijn klok iets achter. Maar bij wie niet.

De tv staat aan. Ieder kwartier komt het NOS-journaal als een repeterende breuk voorbij.  ‘Koffie’? Graag Piet. ‘Waar staan die verrekte kopjes nou weer’? Ik denk in het kastje waar ze altijd staan, zeg ik. Zal ik koffie zetten? ‘Nee, hoor, dat lukt mij nog best’. Aan het espressomachine te horen komt het helemaal goed. Hoe gaat het Piet? ‘Met mij gaat het wel, alleen heb ik weinig smaak als ik eet’. Ik weet wat er gaat komen, dus ben ik hem voor: dat komt door de corona Piet. Hij knikt. ‘Zo is dat’. Op tafel ligt een lege pizzadoos. Je moet geen pizza meer bestellen Piet, want de boekenmakers komen papier tekort en kunnen straks geen boeken meer maken, zeg ik lachend. ‘Ja, ik las zoiets in de krant’. Piet leest nog trouw iedere dag de Telegraaf. Hij vindt dit een goede krant. Een krant zonder gezwam en recht voor zijn raap. Ik als Volkskrantlezer ben het daar niet mee eens, maar de tijd dat we daar discussie over voerde ligt achter ons.  

‘Jij denkt veelte links’, zei hij altijd. Op het Stadhuis waar ik werkte had je ook van die tegendraadse figuren. Dan zei ik: als jullie het anders willen gaat het project naar de kloten’. Maar Piet ben je zelf nou ook niet een beetje naar links opgeschoven, want je vindt dat Jeroen Dijsselbloem van de PvdA een goede minister-president zou zijn. ‘Ja, dat vind ik een prima vent zonder gezwam. Die weet tenminste wat hij wil en hij past goed op de centen. Rutte en Kaag kloten maar wat aan. Kijk daar lopen ze. Hij wijst met zijn wijsvinger naar de tv. Zie je dat ze niet naast elkaar lopen, maar meters achter elkaar. Dat wordt helemaal niks met die twee. Ze houden elkaar aan het lijntje en weten niet wat ze aan het doen zijn. De puzzelstukjes zullen nooit passen’.

Ik denk dat niemand het meer weet Piet. Iedereen rommelt maar wat aan. Intussen schakelt het NOS-journaal over naar Afghanistan waar ze na veel ellende weer terug bij af zijn. Piet zegt wat bozig: ‘daar zijn die enge tulbandbaarden weer opnieuw de baas’. Ja Piet, we leren niks. Kijk maar naar klimaat, daar willen we nog steeds niet lief voor zijn. Iedereen blijft zijn ding doen en wijst naar de ander. Piet kijkt wat somber en zegt: ‘we gaan zo langzamerhand naar de kloten. Kijk eens naar buiten, het lijkt wel herfst. Zullen we nog maar een bakkie troost doen’?

donderdag 22 juli 2021

Verdienmodel



Wat is dat toch met die miljardairs? Kunnen ze nu alleen maar denken in verdienmodellen? Het lijkt er wel op, want ze vinden dat ze zonder enige vorm van schaamte zich alles kunnen veroorloven. Er zijn inmiddels heel veel miljardairs op onze aardbol, maar twee sprongen deze week bij mij in het oog: Jeff Bezos en Frits van Eerd. Jeff Bezos, oud-directeur van Amazon, is de rijkste man op aarde met een geschat vermogen van 157 miljard dollar.  Afgelopen week bedankte hij na zijn ruimtevlucht alle medewerkers en klanten van Amazon. ‘Want jullie hebben voor de ruimtevlucht betaald, het wordt erg gewaardeerd’, zei hij deze week op een persconferentie. Dat zegt de man met een vermogen van 157 miljard dollar. Het is niet te geloven, wat een walgelijke vertoning. 157 miljard, wat kun je daar allemaal voor kopen? Ik zou het niet weten. Wat moet je in hemelsnaam met dat geld? Je kunt er heel continent blij mee maken, zodat mensen een fatsoenlijk leven kunnen leiden. Maar dat zal vast niet in de botte hersens van Jeff Bezos opkomen.

Ook Frits van Eerd, ceo van de Jumbo, is in de ban van het geld. Nu heeft hij in tegenstelling tot Jeff Bezos nog maar een bescheiden vermogen. Volgens de Quote bedraagt zijn vermogen 1.9 miljard. Maar toch is Jumbo-Frits niet gerust, want in het BD las ik dat de Jumbo bezorgd kijkt naar het verdienmodel. Hoezo, dat snap ik niet? De eerste helft van dit jaar scoorde Jumbo maar liefst een omzet van ruim 5 miljard euro. Maar de financiële topman, die niets zei over de winst, zwakte de euforie af. Ook Jumbojet Frits deed er in het interview nog een duit in het zakje. ‘We moeten kritisch naar ons businessmodel blijven kijken en indien nodig aanpassingen doorvoeren’. Ik denk dat ik weet wat hij bedoeld: als het nodig is moeten we onze leveranciers en ons personeel nog meer uitknijpen.

En laat ik dat nou snappen van Frits, want hij wil een nieuw droomhuis gaan bouwen in de bossen van Heeswijk. De villa moet het centrum worden van Bernehoeve, een 28 hectare groot landgoed dat Frits van Eerd met zijn Jumbo bij elkaar gesprokkeld heeft rondom zijn huidige woning. De bedoeling is dat Frits vanuit het toekomstige landhuis de zon zal zien rijzen boven het ven dat hij er zelf liet graven. Hoe romantisch kun je zijn met een uitgekiend verdienmodel. De villa staat ingetekend aan de noordkant van de plas, daar waar fietsers nu nog vrij toegang hebben. Maar straks niet meer, want Frits vindt dat fietsers de rust verstoren. 

Het gemeentebestuur van Bernheze heeft al voorzichtig ja heeft gezegd, ondanks dat de villa in strijd is met het bestemmingsplan. Maar zeg maar eens nee tegen de Jumbojet. Doe je dat wel, dan is de kans niet denkbeeldig dat Frits van Eerd met zijn twee oude Spitfire gevechtsvliegtuigen de boel in Heeswijk komt verzieken. Ja, je leest het goed. Frits heeft in een dolle bui twee Spitfires gekocht voor zo’n slordige vier miljoen euro. En lukt het niet om die oude krengen de lucht in te krijgen dan kan Frits nog altijd een beroep doen op formulecoureur Max Verstappen. Max, die ook door Frits wordt gesponsord,  kan dan met F1 raceauto door het dorp te scheuren. En dat zal ze leren in Heeswijk, want kom niet aan het verdienmodel van Frits van Eerd!

donderdag 15 juli 2021

Sardines

 Wat je vandaag de dag allemaal niet moet doen om even een weekje er tussenuit te knijpen naar in mijn geval een pittoresk dorp in de luwte van Lissabon. Op familebezoek, maar ook om te genieten van het haast meditatieve landschap en om een duik te nemen in het zwembad aan huis, want is het zo’n dertig graden. Code rood, maar dan op een prettige manier. Maar voordat ik afreisde heb ik wel een en ander moeten uitleggen. Toen ik vertelde dat ik naar Portugal ging ontmoette ik nogal wat gefronste wenkbrauwen. Onverantwoord hoorde ik mensen denken. Misschien waren ze wel jaloers dat ik het aandurfde om naar het zonnige zuiden te vliegen in tijden van Corona. Ik zei: ik ben coronaproof en heb een heuse QR-code op mijn Huawei. En dankzij mijn Huawei weten ze in China vast ook dat ik tweemaal gevaccineerd ben en waar ik woon. Voor de zekerheid heb ik de QR-code ook nog uitgeprint, je weet maar nooit. Misschien blokkeert de Chinese overheid bij het boarden wel mijn telefoon.

 Allemaal flauwekul, maar het wonderlijke is wel dat niemand op het vliegveld om mijn QR-code heeft gevraagd. Op het vliegveld van Lissabon kon ik zo doorlopen, terwijl ik nog zwaaide met mijn bewijs van goed gedrag. En nu ben ik in Palmela waar de lucht hartstikke blauw is, de zon mijn vriend is en de sardines heerlijk smaken. Hier lijkt en voelt corona ver weg, in ieder geval voor een week. Maar niets is minder waar, de angst regeert weer. De zomer dreigt letterlijk te verdrinken in het coronamoeras. We worden suf geprikt en toch slaat de paniek weer toe. Want o wee, o wee, stel je voor dat weer drukker wordt in het ziekenhuis en dat wordt het vast. Ik denk erover om mijn QR-code op mijn arm te laten tatoeëren, wat er komt straks ongetwijfeld weer een andere variant op ons af. Morgen loop ik naar Setubal aan zee waar sardines op mij wachten die geen weet hebben van corona.

dinsdag 6 juli 2021

Geaardheid



Graag wil ik het BD feliciteren met zijn 250e verjaardag of is het haar verjaardag? Want over hem of haar gaat mijn column. Afgelopen zaterdag las ik de column ‘Geaardheid van de commissaris’ van Lucas van Houtert, hoofdredacteur van de jarige krant. Zijn column tempert in mijn ogen wel de feestvreugde van de krant. Volgende week komt de koning op bezoek bij de jarige krant. Als ik Lucas van Houtert was zou ik de koning maar niet vertellen wat hij in zijn laatste column heeft geschreven over de geaardheid van de commissaris. Even heb ik gedacht dat oud-bondscoach Frank de Boer de enige lulkoekkampioen was, maar we hebben nog een lulkoekkampioen en dat is Lucas van Houtert.

Het begon allemaal bij de kop bij het artikel ‘lesbische commissaris van Brabant hekelt Hongaarse anti-homowet in gesprek met ambassadeur’. Toen ik dit las was het eerste wat ik dacht: stel dat de commissaris hetero zou zijn geweest had verslaggever Paul Driessen dan geschreven: ‘hetero commissaris van Brabant hekelt Hongaarse anti-homowet’. Op z’n Bosch gezegd: ‘Aan me nooit, nee nooit niet’! En dat is nou precies de kern van de zaak. We vinden zo langzamerhand allemaal dat een mens homo of hetero mag zijn, maar bij de jarige krant vinden ze kennelijk dat wanneer je homo of lesbienne bent dat toch wel even moet worden benoemd. Kennelijk ben je dan toch anders. Het wil maar niet wennen. En dat merk ik ook om me heen, ook al ben ik hetero.

Volgens Lucas van Houtert waren er reden genoeg om de kop en de tekst van het artikel te laten zoals ze waren. Hij zal gedacht hebben: dat valt meteen op en dat is wat hij noemt wat zijn beste lezers willen lezen. Maar het wordt nog erger: onze hoofdredacteur was zelfs een beetje teleurgesteld in de terughoudend vanuit het provinciehuis. Waarin hij was teleurgesteld, zegt ie niet. Iedereen binnen het Provinciehuis weet dat de commissaris lesbienne is. Dus waar gaat het over? O, hij bedoelt dat onze bestuurders niet alleen functionaris zijn, maar ook mens. Het gaat om authenticiteit, schrijft hij. Eindelijk, daar heeft hij een punt. Volgens mijn perceptie is ieder mens inderdaad authentiek, of je nou hetero of homo bent.

Zijn laatste zin van zijn column – waarin hij zegt: ‘waarom kunnen we er in hemelsnaam niet gewoon voor uitkomen dat we op mannen, vrouwen of allebei kunnen vallen’ doet bij mij het licht uit!  Ik heb me suf gedacht over wat hij nou precies hiermee wil zeggen, maar vooral: wat heeft dat te maken met de geaardheid van commissaris Adema? Donder op! Was zo ferm geweest om het woordje lesbische boven het artikel te schrappen. Dat had je laten zien dat je een hoofdredacteur bent die zijn verantwoordelijkheid neemt. Nu heb je er een zielige vertoning van gemaakt met allerlei lulkoekargumenten over het belang van privacy van bestuurders, de relevantie van de geaardheid van bestuurders en het godbetert het zwart zijn van Martin Luther King wat ook nog te onpas voorbij komt.

donderdag 1 juli 2021

Komt allemaal door corona!

Zo af en toe ga ik met Piet ergens in de stad koffie drinken of lunchen. Meestal op zaterdag, want dan is er meer reuring in het centrum en dat vindt Piet wel leuk. Piet loopt al een poos rond op deze aardbol, zo’n 88 jaar. Piet ken ik nog van vroeger, van de kroeg. Nu woont hij in een zorgcentrum. Daar heeft hij weinig contacten. De mobiliteit van de meeste bewoners laat het zo langzamerhand wel afweten, het wil allemaal niet meer lukken. Om niet helemaal stram te worden doet Piet eenmaal per week een uurtje aan bewegingstherapie: rek- en strekoefeningen. Hij vindt dat de fysiotherapeut hem nogal stevig onderhanden neemt. Niet dat ik dat geloof, maar vooruit. Ondanks wat hij noemt een ‘stevige’ therapie gaat Piet er niet soepeler van lopen. Nee, het is meer schuifelen geworden.

We lopen, nee we schuifelen naar de binnenstad. Dat slechte lopen komt allemaal door corona, vergoelijkt hij. Dat zal best, maar je bent wel 88. Je bent geen Emile Zátopek meer. Deze marathonloper is al lang dood, maar Piet weet hem nog wel te herinneren. 'Ja, die kon verrekte hard lopen, dat weet ik nog wel'. Gelukkig heeft hij zijn rollator met een ingebouwd bankje om zo af en toe op te gaan zitten. ‘Even pauzeren’, zegt Piet dan. Na zo’n vijftig slofstappen is hij wel toe aan een rustpauze. En zo was ik vorige week zaterdag met Piet, na een vijftal rustpauzes, beland op het terras van de Roosekrans aan de Hinthamerpromenade. Ik trakteer hem op koffie met een Bossche Bol. De Bossche Bol smaakt goed. Toch zegt Piet dat hij weinig smaak heeft. ‘Dat komt allemaal door corona’. Ja hoor, daar gaan we weer. Zal ik dan maar gaan afrekenen, zeg ik. Piet: ‘ik zal wel betalen. Even mijn portemonnee zoeken’. Laat maar. Volgende keer mag jij betalen.

Een week later zijn we voor een lunch op weg naar het terras van de Keulse Kar in de tuin van de Sint Jan. Daar verheugt Piet zich op. Jammer, het terras is pas om twaalf uur open. Zullen we dan maar naar het Hart van Brabant gaan op de Parade? ‘Eerst even bijkomen’, zegt Piet en neemt weer plaats op het ingebouwde bankje van zijn rollator. Zijn hoofd zakt wat naar beneden. Voorbijgangers kijken bezorgd. Niets aan de hand hoor, zeg ik. Hij moet effe bijkomen van de wandeling. Na vijftien minuten zijn we dan eindelijk op het terras met uitzicht op de Sint Jan én de teloorgang van het theater. Piet bestelt een uitsmijter en ik laat me de kroketten met brood lekker smaken.

Piet kijkt wat rond. ‘Dit hadden ze al veel eerder moeten doen. Toen ik nog op het Stadhuis werkte heb ik vaak tegen het college gezegd dat ze terrassen moesten creëren op de Parade’. Ja Piet had een goede functie op het Stadhuis, maar toch onvoldoende om terrassen op de Parade voor elkaar te krijgen. Hij wil graag verder gaan oreren over zijn tijd bij de gemeente, maar dat gaan we niet doen. Zullen we maar afrekenen? ‘Ik betaal'. Piet pakt zijn pinpas en steekt het pasje in de pinapparaat. 'Verrek, nou weet ik mijn pincode niet meer’. Oké, dan ik betaal wel weer. Ik druk net het laatste cijfer van mijn pincode in en plots zegt Piet: ‘ik weet mijn pincode weer’. Te laat Piet. Volgende keer een nieuwe kans!


woensdag 23 juni 2021

Lulkoekkampioen




Zo de langste dag van het jaar zit er weer op. De dagen gaan weer korten en zo wordt het iedere dag een ietsepietsie vroeger donker. Jammer eigenlijk. De zomer is net begonnen én dit jaar is het ook nog wel een heel bijzondere zomer. Dit jaar is dé  sportzomer. Alle luiken gaan weer open, alles kan weer. Deze zomer worden maar liefst gekenmerkt door drie grote sportevenementen: het EK-voetbal, de Tour de France en de Olympische Spelen. Kortom, een waar feest voor de sportliefhebber als je van sport houdt én van de lulkoek van de vele zogenaamde sportdeskundigen die het allemaal denken te weten. Weet je, achter de talkshowtafel is het altijd makkelijk praten. Nu staat alles nog in het teken van het EK-voetbal, dus iedereen weet het beter dan de bondscoach.

Nou is dat bij Frank de Boer niet zo moeilijk, want Frank is een droogkloot die kijkt als een pak karnemelk. Zijn manier van communiceren is tenenkrommend. Kortom, hij praat zoals ie kijkt. En als hij wel wat zegt dan lult hij meestal maar wat. Marieke Derksen noemt hem kampioen lulkoekstatements. Marieke is de dochter van Johan Derksen, dus zij heeft wel een beetje het DNA van hem. Haar vader vind ik kampioen 'shockeren'. De appel valt nooit ver van de boom, maar Marieke heeft wat Frank de Boer betreft helemaal gelijk. Oranje speelt zondag de achtste finale van het EK in Boedapest. COC Nederland roept de KNVB op om een statement te maken in Hongarije naar aanleiding van de antihomowetgeving in het land.  

Een verslaggever vroeg aan de bondscoach of zijn elftal nog een statement gaat afgeven. Frank de Boer keek alsof hij water zag branden. Hij mompelde wat binnensmonds, maakte zijn lippen vochtig en gaf uiteindelijk te kennen niet bezig te zijn met een statement. We hebben het er nog niet over gehad. We zijn alleen maar bezig met voetballen hier" Natuurlijk, dat was ik bijna vergeten. En het valt ook niet mee voor onze overbetaalde jongens. Ze hebben al een zwaar seizoen achter de rug en dan zouden ze ook nog een statement af moeten geven. Als ik Frank de Boer mag geloven lijkt dat een beetje teveel gevraagd. Ik vermoed dat Frank de Boer überhaupt weinig zin heeft in het afgeven van statements.

Neem nou het WK-voetbal dat straks in Qatar wordt gehouden. Daar is veel over te doen, over de arbeidsomstandigheden. De slavenarbeid is afgeschaft, behalve in Qatar. Ooit heeft Frank de Boer voor veel geld in Qatar gevoetbald zonder maar enige voetbalschaamte. Over een boycot van het WK zei hij: “We snappen dat het een delicate kwestie is en moeten kijken als we daar zijn of we er verandering in kunnen brengen". Hoezo, als we daar zijn? Daar heb je geen tijd voor Frank. Dus zal hij waarschijnlijk zeggen: 'We zijn alleen maar bezig met voetballen hier'. Als we geen EK of WK-kampioen worden kunnen we in ieder geval zeggen dat we, met dank aan Frank de Boer, lulkoekkampioen zijn geworden!


Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...