vrijdag 18 november 2022

In een andere werkelijkheid!

 




Als je naar een Limburgs museum gaat kun je niet om de Limburgse vlaai heen. En zo heb ik sinds lange tijd weer eens een onvervalste punt Limburgse vlaai, een punt rijstevlaai wel te verstaan, mijn smaakpapillen laten beroeren. ‘Wilt u er slagroom op?’, vroeg de restaurantmedewerker. Wat denk je? Hij taxeerde mijn postuur: ‘ik denk van wel’. Even later zat ik in het museum Van Bommel van Dam (VBVD) in de Posterij te genieten van een punt rijstevlaai. Terwijl ik in extase was van de lekkernij hoorde ik dat er een officiële aanvraag is ingediend bij de Europese Commissie om de Limburgse vlaai te erkennen als Beschermde Geografische Aanduiding (BGA). Wel een ingewikkelde term, maar de Limburgse vlaai verdient het. Naast de Bossche Bol vind ik de échte Limburgse vlaai onovertroffen.


Kortom, de punt rijstevlaai met slagroom was een aangename start van mijn bezoek aan het museum. Op bezoek bij de tentoonstelling van Melle Oldeboerrigter, één van de meest raadselachtige schilders van de twintigste eeuw. Eerlijk gezegd had ik nog nooit van hem gehoord. Ook van het VBVD-museum had ik nimmer gehoord. Dit bijzondere museum is gevestigd in de vroegere Venlose monumentale Postkantoor. De twee weldoeners hebben hun gehele kunstcollectie aan dit museum geschonken. Ze vertoeven niet meer op deze aardbol, maar leven voort in het naar hen vernoemde museum. In het museum werd mij verteld dat ze fan waren van kunstenaar Melle Boerrigter. Kennelijk sprak de hallucinerende wereld van Melle het echtpaar wel aan.


Mijn nieuwsgierigheid werd echter pas gewekt nadat ik het tv-programma ‘Nu te zien’ had gezien waarin een museumdirecteur je enthousiast probeert te maken voor een tentoonstelling. En dat lukte Marieke Uildriks, directeur van museum Jan. Op tv nodigde ze mij uit om naar de werken van Melle te gaan kijken en me te laten onderdompelen in zijn surrealistische wereld. Melle werd ook weleens 'de Amsterdamse Jeroen Bosch' genoemd. Zijn tentoonstelling heet niet voor niks: ‘schilder van een andere werkelijkheid’. Het museum hangt vol met hallucinerende landschappen met vissen, padden, achteloos rondzwevende genitaliën, menselijk gespuis en andere raadselachtige wezens. Twee keuzes: het spreekt tot je verbeelding of je vindt het maar niks.



Drie dames, die voor een schilderij stonden waar een paar fallussen van het doek spatten vonden het geheel nogal pornografisch. Ik stond toevallig ook bij het schilderij. Ze keken naar mij. Wat vindt u ervan? Ik vind het wel een eerbetoon aan de fallus, zei ik om de boel een beetje op te jutten. ‘Nou, nou, u durft’, zei de meest deftige van de drie. De andere twee dames lachten besmuikt. Ze liepen door naar een ander schilderij waar Melle ook weer met fallussen had gestrooid. Maar dat wisten ze nog niet. Intussen probeerde ik een beetje in het hoofd te kruipen van Melle om zo te achterhalen waarom hij raadselachtige en vervreemdere wezens schilderde. Zelf heeft hij dat nooit uitgelegd. Ongrijpbaar dus. Wel vond hij al in 1968 dat de mens het paradijs heeft verpest, En daar heb ik vierenvijftig jaren later niets aan toe te voegen. We leven inmiddels met nogal wat menselijk gespuis in een andere werkelijkheid!

Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...