maandag 28 maart 2022

Saharalucht


Als je in Fuengirola bent is een uitstapje naar Mijas een must. Je spreekt het uit als Migas. Het witte dorp boven Fuengirola ligt op een rotsplateau. Ieder uur gaat bus 122 naar dit mooie lieflijke dorp dat zo’n 300 meter boven Fuengirola ligt, maar de bus doet er over de slingerende weg twintig minuten over. Een kaartje naar Mijas kost 1,55 euro en koop je bij de chauffeur. Een retourtje kopen kan niet, dat past niet in het systeem. Eigenlijk raar, want de meeste mensen die naar Mijas gaan stappen een paar uurtjes later weer op de bus om terug te gaan naar Fuengirola. Een retourtje zou een stuk gemakkelijker zijn voor de chauffeur. Dat vind ik, maar de chauffeur dus niet. Hij vindt buskaartjes verkopen leuk werk net als het tellen van munten, terwijl ik denk dat het voer is voor busgeldrovers. Normaal gesproken zie je dit witte dorp al vanuit Fuengirola weerkaatsen in het zonlicht. Je kunt het dan haast aanraken. Maar niet deze donderdag. De dag begon al bewolkt. De Costa del Sol was voor even op vakantie naar Nederland. Zou de chauffeur van bus 122 wel in Mijas geraken, dacht ik. Maar de chauffeur was optimistisch, had zelfs een zonnebril op. Hij kan met zijn ogen dicht de slingerweg naar Mijas dromen

In Mijas ben ik naar het Picasso museum gegaan. Dit kleine museum - je gelooft het niet - is het tweede belangrijkste Spaanse keramiek Picasso museum. Ik vermoed dat de meeste toeristen amper weet hebben van dit bijzondere museum dat een beetje verscholen ligt in een smal straatje. Het merendeel van de mensen blijft rond centrale plein hangen. Daar zijn de restaurantjes en de winkeltjes waar je vooral leren jasjes kunt kopen. Naast dit bijzondere museum heeft Mijas ook een soort van vierkante stierenvechtersarena. Dat is ook heel apart, want alle arena’s in Spanje zijn rond. Eigenlijk vind ik logisch dat een arena vierkant is, want de toreador wil de stier graag alle hoeken van de arena laten zien, toch? De arena is nu een bezienswaardigheid, net als de stier en de toreador.


Met die geruststellende gedachte ben ik voor de lunch naar bar El Nino gegaan, dit ligt aan het eind van Mijas. Ook hier komen amper toeristen. Deze bar is een stamkroeg voor mensen uit Mijas. Hoe weet ik dat? Vorig jaar september was ik ook hier en toen zag ik - net als nu - dezelfde mensen aan de toog zitten. Voor negen euro heb je er een lekker driegangen menu del dia plus een vino copa blanco. Het was op zijn Spaans gezegd: está muy bueno. Nog een cortado en dan weer naar de bus. Maar eenmaal buiten kon ik mijn ogen niet geloven. Ik keek naar boven en werd getrakteerd op een lucht die ik nog nooit had gezien. De lucht was compleet geeloranje, haast apocalyptisch om te zien. Ik weet niet of je ooit in de Sahara bent geweest, naar de eindeloze zandvlakte die je oriëntatievermogen aantast. Je gaat dingen zien die er niet zijn ofwel je krijgt een fata morgana beleving. Zo voelde ook deze saharalucht, maar het was wel echt. Ik kreeg het gevoel dat deze geeloranje lucht ieder moment zou kunnen neerdalen op de Costa del Sol. Het eerste wat in mij opkwam was: hoe kom ik nu weer in Fuengirola? Gelukkig kon de chauffeur van bus 122 de slingerweg dromen!





Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...