donderdag 28 juli 2022

Tijd!



Hoe vaak hoor ik niet: wat gaat de tijd snel! Op het terras, in de supermarkt, bij de borrelpraat met vrienden. Nu zijn het overwegend - net als ik - ouderen die dat zeggen. Jongeren hoor ik daar amper over. Dat snap ik ook wel, want als je jong bent wil je juist dat de tijd sneller gaat. Maar ik ben geen jonge man meer.  Al denk ik soms van wel, maar dan fluit mijn lijf me gewoon terug. Ter illustratie: wanneer ik 's avond op de bedrand mijn sokken uit doe is dat inmiddels een hele operatie nu mijn lijf strammer wordt. Maar terwijl ik mijn sokken uittrek zeg ik steevast tegen mijn partner: ik heb het gevoel dat ik hier vijf minuten geleden ook al bezig was om mijn sokken uit te doen. Het is een soort van ritueel geworden. Ik moet daar niet teveel over nadenken, anders raak ik in de war. En van in war zijnde mensen hebben we er al genoeg.


Een psychologe aan de Britse University of Sussex - en die heeft er, denk ik, verstand van - beschrijft een aantal theorieën in haar boek Supersnel slow motion. Een daarvan, de zogeheten proportie theorie, is gebaseerd op pure wiskunde. Ze zegt dat de gevoelsmatige tijdsduur van een jaar afhangt van zijn lengte ten opzichte van de totale levensduur van dat moment. Heb je 'm? Dan snap je wat er nu gaat komen. Voor een achtjarige is een jaar een achtste van zijn leven, voor een veertiger is dat slechts een veertigste. Daarom zouden die twaalf maanden voor een kind haast eindeloos duren, en voor iemand van middelbare leeftijd zo voorbij zijn. Ze zal vast gelijk hebben.


Maar ik heb geen hogere wiskunde gestudeerd, dus kies ik voor een simpelere uitleg. En die is: naarmate ik ouder word, wordt mijn verleden langer en  mijn toekomst korter. Daardoor gaat het voor mijn gevoel allemaal steeds sneller. Heb je 'm? En daarom zou ik zo af en toe de tijd even stil willen zetten. In een tijdmachine willen stappen om terug te gaan naar mijn jongere jaren. Terug naar die onbezorgde zonvakanties aan de Spaanse costa's. Waar ik overdag languit op hete zandstrand lag om bij te komen van een avondje stappen in de bodega's waar ik sangria dronk als limonade. Of mijmeren over de rondreizen die ik heb gemaakt van Vuurland tot de Noordkaap. Voor mijn gevoel duurde die vakanties eindeloos lang, waren ze tijdloos.


Van de week hoorde ik op de radio het liedje 'Foto van vroeger' van Rob de Nijs. Ik heb meteen een paar fotoboeken van de boekenplank gehaald en ben door mijn herinneringen gaan bladeren. Die herinneringen zijn net als de foto's vergeeld, maar ze hebben nog steeds een kleur die mij nog steeds blij maakt. Ik begon met: wat gaat de tijd snel. Maar wat is tijd? Het is even relatief als het leven zelf. We doen ons ding op het ritme van de tijd. 's Morgens denk ik: ik heb nog een hele dag. 's Avonds denk ik: wat is de dag snel voorbij gevlogen. Tijd! Zolang niemand het me vraagt, weet ik het; maar wil ik het uitleggen aan iemand die het me vraagt, dan weet ik het niet!





Wanneer ik de tune ‘Hoe gaat ie met de formatie’? hoor in de Avondshow van Arjen Lubach word ik altijd onwijs vrolijk. Op het tv-scherm kome...