De burgemeester zegt: 'ben lief voor elkaar, dat is de kracht van Oeteldonk’. En dat is mooi gezegd van de burgemeester op de elfde van de elfde waar het roodwitgeel de dag kleurt. In dit huidige tijdsgewricht doen deze woorden ertoe. Het roodwitgeel brengt mensen samen, jong en oud. D’n elfde van de elfde is de proloog van het carnaval en is voor een dag uitgegroeid tot een waar Bosch volksfeest. En zo gaan we op weg naar carnaval begin maart volgend jaar. Dat is nog een poos weg, maar dat zal de carnavalsvierder niet deren zolang de binnenstad maar roodwitgeel blijft kleuren. De kleuren roodwitgeel zijn haast heilig verklaard in het Bossche.
Ook bij mij zit het roodwitgeel als oud-carnavalsvierder nog altijd diep in mijn hart. Dat zal nooit anders worden, het hoort bij mijn dna. Carnaval kreeg ik met de paplepel ingegoten, het hoorde bij mijn opvoeding. Afgelopen maandagmorgen kreeg ik op de Parade om precies elf over elf heimwee naar al mijn mooie carnavalsjaren. Naar de muziekskes, naar de slappe Bossche klets met Jan en alleman, naar het goudgele nat en naar het meebrullen met ‘Bij ons staat op de keukendeur, het is niet overal rozengeur’ of ‘Ik ken munne mens niet veinde’. Om daarna dronken van genot in bed te vallen om de volgende dag weer roodwitgeel aan te lopen. En weer naar de kroeg te gaan waar de geur van het schrale bier hing. Het is om weemoedig van te worden.
Maar dat is nu voor mij voorbij. Een spreekwoord zegt: ‘er is tijd van komen, er is een tijd van gaan’. En desondanks blijft carnaval voor mij een fantastisch feest dat alle poriën in je lijf wijd openzet. Vooral nu is het, denk ik, voor velen een weldadige uitlaatklep. Zeker nu de spanning in de wereld om te snijden is. De ruk naar een nogal rechtse samenleving is overal groeiende, ook hier. De tegenstellingen worden groter en het jachtseizoen op bepaalde groepen in onze samenleving is geopend. En dat voelt unheimlich en absoluut niet fijn. Luister daarom liever naar de woorden van onze burgemeester: ‘ben lief voor elkaar’!