Wat zijn de ambities van onze stad? Ik weet het eigenlijk
wel, maar misschien tovert cultuurwethouder Mike van der Geld wel verrassingen
uit zijn hoge hoed. Dus op naar de clubzaal in de VF voor een debat hierover.
Ik kon gelukkig nog net een stoel onder mijn billen schuiven, want er waren
heel veel clubleden die – net als ik - ook nieuwsgierig waren naar de ambities
van de gemeentebestuurders. Naast mij zat een man die weinig spraakzaam was.
Zijn linkerbeen rustte geduldig op zijn rechterbeen. Hij had gestreepte sokken
aan, vlotte instappers en een spijkerbroek waaraan de rafels hingen. Toen kon
ik nog niet bevroeden dat het woord rafel als randverschijnsel vaak voorbij zou
komen.
Een rafel kun je bijvoorbeeld zien als garen dat
opzettelijk uit een afgewerkte stof wordt gehaald met als doel het opnieuw te
gebruiken. Probeer dat vast te onthouden! Een van de debaters zei namelijk:
‘een stad moet rafels durven maken, want daar kun je schuiven en daar kun je
innoveren’. Wat hier precies mee wordt bedoeld weet ik nog steeds niet. Ik snap
natuurlijk wel dat je dwarsliggers en vernieuwers nodig hebt voor je plannen,
anders wordt het weinig verheffend. Nu vind ik dat onze bourgondische stad, na
het Jeroen Boschjaar in 2016, nogal oubollig aan het worden is. In zijn column
zei Lucas de Waard dat Den Bosch een VVD-stad en sinds kort tevens een FvD-stad
is, maar dat het ook de stad is van zijn oma. Bij die woorden moest ik
glimlachen.
Ik dacht heel even aan mijn oma die destijds vlakbij het
GZG in de Hooge Nieuwstraat woonde waar ook café ’t Pumpke was gevestigd. Hier
in het GZG-kwartier worden nu heel dure appartementen en huizen gebouwd. Het
GZG-kwartier zou ook wel het VVD-kwartier genoemd kunnen worden. Lucas de Waard
had in zijn column dus wel een punt. Voordat de bouw startte waren op het
GZG-terrein ook verschillende culturele rafelranden te vinden, maar die zijn
door de projectontwikkelaar weggerafeld naar onder andere de Tramkade.
Maar voor hoe lang? Dat is onduidelijk. De wethouder zei
hierover: ‘eind van het jaar komt er kader over hoe wij om denken te gaan met
dit gebied. Daar hoort ook cultuur bij. De Tramkade is een hotspot die we koesteren,
maar in welke hoedanigheid weten we nog niet’. Dat laatste klonk alsof B&W
wacht op een projectontwikkelaar met een grote zakgeld! O ja, het ging over de
ambities van onze stad, toch! De hoge hoed bleef op het hoofd van de wethouder. Ambitie heb ik amper gehoord, maar daarvoor
was het ook een te rafelige avond!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten